Hoogleraar hekelt aanpak jonge delinquent
MIDDELBURG - Jeugdige delinquenten gewoon opsluiten is meestal onverantwoord omdat ze vaak een gedragsstoornis hebben.
Dat betoogde prof. Th. Doreleijers, onder meer verbonden aan het VU medisch centrum en het academisch kinder- en jeugdpsychiatrisch centrum de Bascule in Amsterdam, dinsdag in Middelburg. Zijn lezing ”Te gek voor woorden” was georganiseerd door het Zeeuwse instituut Scoop in samenwerking met VU-Podium en was de eerste in een serie VU-Podiumlezingen van de hoogleraar.Doreleijers onderzocht jarenlang op verzoek van de rechtbank jeugdige delinquenten. In 85 procent van de gevallen volgde de kinderrechter de adviezen van de hoogleraar op. Toen hij later nog eens ging bekijken hoe de jongeren zich hadden ontwikkeld, schrok hij. „In twee van de drie gevallen ging het heel slecht met hen, maar ook met de gezinnen waar ze uit kwamen. Ze waren platgewalst door het justitieel apparaat.”
Doreleijers promotieonderzoek uit 1995 toonde aan dat een groot deel van hen psychische stoornissen had die niet werden ontdekt, laat staan behandeld. Dertig procent van de jongeren die in contact waren gekomen met de politie leden aan gedragsstoornissen. Bij degenen die waren veroordeeld tot gevangenisstraf of een gedwongen behandeling is dit zelfs 85 procent.
Deze groep simpelweg opsluiten is onverantwoord, betoogde Doreleijers. „Een gevangenis met muren van 5 meter hoog en prikkeldraad heeft geen enkele pedagogische uitstraling. Ik heb daar grote moeite mee, vooral als je beseft dat slechtst 20 procent echt vluchtgevaarlijk is.” Ook met het veroordelen van jongeren volgens het volwassenenrecht heeft de hoogleraar moeite. „Iemand als Murat D. is zwakbegaafd. We moeten niet denken dat je hem door levenslange opsluiting helpt.”
Zijn biologische factoren van invloed op crimineel gedrag? Onderzoek op dit punt is volgens Doreleijers gelukkig weer mogelijk. Kinderen met een lage hartslag blijker later agressiever gedrag te vertonen dan kinderen met een normale hartslag. „Werden die kinderen ook nog mishandeld of verwaarloosd, dan is één en één niet twee, maar zeven.”
Dergelijke uitkomsten geven volgens Doreleijers aan dat omgevingsfactoren en biologische factoren elkaar erg versterken. Hamvraag blijft volgens de Amsterdamse hoogleraar wat preventief kan worden gedaan als bekend is dat 80 procent van de kinderen met een gedragsstoornis later psychiatrisch patiënt is.
Hulpverlening moet volgens hem vanaf het allereerste begin op gang komen. Zijn voorstel is dan ook om onder andere de schoolarts weer in ere te herstellen, zodat jongeren langdurig kunnen worden gevolgd. Verder moet de politie worden getraind in het herkennen van gedragsstoornissen.
Deze benadering levert de maatschappij ook financieel voordeel op. Doreleijers legde uit dat een jeugdige delinquent die 35 keer contact heeft met de politie of justitie zo’n 150.000 euro kost. „De afgelopen jaren zijn enkele jeugdgevangenissen gebouwd voor 40 miljoen euro per stuk. Ieder jaar gaat er 100.000 euro op aan exploitatiekosten. Hoeveel psychiaters en speciale programma’s kun je daar niet van betalen?”
In november spreekt Doreleijers nog in Arnhem, Eindhoven en Den Haag. Daar gaat hij in debat met onder meer vertegenwoordigers van politie, geestelijke gezondheidszorg en reclassering.