„Kwaliteit van zorg hospices moet beter”
De kwaliteitsbewaking van de zorg in zelfstandige hospices, waar mensen in de laatste fase van hun terminale zorg krijgen, verkeert nog in een pril stadium. Maar de medewerkers zijn bijzonder gemotiveerd om de kwaliteit van de zorg aan hun patiënten op een structurele manier te verbeteren.
Dat zegt de Inspectie voor de Gezondheidszorg, die de afgelopen tijd tien hospices heeft bezocht. In hospices wordt palliatieve zorg gegeven aan mensen in de laatste fase van hun leven. Die zorg is niet meer gericht op genezing, maar op verzachting van het leed van de patiënt. De laatste jaren hebben gemotiveerde verpleegkundigen samen met artsen en vrijwilligers zelfstandige instellingen voor palliatieve zorg opgericht.
In totaal zijn er 95 hospicevoorzieningen, waarvan veertien zelfstandig. Het aantal plaatsen bij deze laatste groep varieert van vier tot tien. Bij de tien onderzochte instellingen werken zeventig verpleegkundigen. De zorgduur is in de regel drie maanden, met de mogelijkheid van een eenmalige verlenging van nog drie maanden.
De inspectie heeft onderzocht hoe het staat met de invoering van de kwaliteits- en de patiëntenwetgeving. Aan de hand van een vragenlijst is nagegaan in hoeverre de wettelijke voorschriften op dit gebied nageleefd worden. Psychiater J. Lucieer, waarnemend hoofdinspecteur voor de verpleging, verzorging en thuiszorg: „Met het oog op het feit dat deze voorzieningen in het algemeen nog maar kort bestaan, is het niet verwonderlijk dat het kwaliteitsbeleid en de kwaliteitsborging nog in ontwikkeling zijn. De motivatie van de medewerkers staat echter garant voor de vereiste verdere ontwikkeling. Dit moet worden bevorderd, aangezien de hospices nadrukkelijk in een belangrijke behoefte van terminale patiënten lijken te voorzien.”
Ook het inschatten van de behoefte aan zorg van terminale patiënten kan beter, aldus de inspectie. Uit het onderzoek blijkt dat de helft van de hospices niet alle patiënten kan opnemen, bijvoorbeeld omdat er ingewikkelde medische apparatuur nodig is of omdat de patiënt gedragsstoornissen heeft door ernstige psyschiatrische of psychogeriatrische problemen. Slechts vier organisaties kunnen een beroep doen op de diensten van een psychiater of psycholoog. De medewerkers van één hospice hebben nadrukkelijk aangegeven dat de organisatie hierin tekortschiet. Het ontbreken van een structurele financiering is, volgens de hospices, bij alle zelfstandige voorzieningen voor palliatieve terminale zorg een voortdurend probleem.
De inspectie raadt de minister van Volksgezondheid aan nader onderzoek te doen naar de manier waarop de zorgbehoefte van terminale patiënten het beste ingeschat kan worden. Verder zouden er procedures moeten komen voor het handelen rondom wilsonbekwaamheid bij comateuze patiënten.