Kamp was de afgelopen week op de Antillen, Aruba en in Colombia voor een werkbezoek. Het is hem daarbij opgevallen dat de Antilliaanse eilanden op eigen benen willen staan, maar dat in de praktijk Nederland steeds meer voor ze doet. Dat noemde Kamp ’niet normaal’.„De eilanden hebben een overheersende wens voor meer autonomie", zei de minister. „Mijn lijn zou zijn dat die autonomie ook gepaard moet gaan met zelf de dingen doen die wij doen".

Op de eilanden werken 61 marechaussees. Tweederde van hen houdt zich bezig met drugs– en criminaliteitsbestrijding. Zo zijn er veertien personeelsleden die bij de Criminele Inlichtingendienst werken die de Kustwacht van informatie voorziet. Dertien werken bij de controleteams op de vliegvelden en elf in de zogeheten Atrakoteams van de politie. Die laatsten moeten helpen het grote aantal overvallen terug te dringen.

„We moeten hier kritisch op zijn", aldus Kamp. „We willen wel helpen, maar tijdelijk. Het is een Antilliaanse verantwoordelijkheid die taken zo snel mogelijk over te nemen".

Volgens de minister doen de negentien mensen bij de algemene politiedienst van de marechaussee bovenop hun reguliere taken ook werk dat de Antilliaanse politie zou moeten doen. „Als iemand van de marechaussee in Brussel werkt, hoeven we daar ook geen patrouilles door de woonwijk te laten gaan. Dat doet de politie daar en dat zou hier ook zo moeten".

Kamp wijst erop dat er wereldwijd 230 tot driehonderd marechaussees zijn uitgezonden. „Dan is 61 personeelsleden op de Antillen opmerkelijk", vindt de minister. Volgens hem hoeft de aanwezigheid van de marechaussee in het Caribisch gebied niet van het ene op het andere moment te stoppen, maar is afbouw op de langere termijn een logische stap.

De Antilliaanse eilanden hebben met elkaar afgesproken in juli 2007 zonder elkaar verder te gaan. Kamp waarschuwt nu alvast dat hij het niet zitten om straks zes gesprekspartners voor Defensie te hebben. „Je hebt Aruba en daarnaast moeten de vijf Antilliaanse eilanden samen een aanspreekpunt zijn. Ik wil er zeker geen zes".

De Antilliaanse minister van justitie David Dick was niet bereikbaar voor commentaar. Premier Ys zegt tijdens zijn gesprekken met Kamp niets te hebben vernomen over zijn onvrede. Volgens Ys is de Nederlandse bijstand altijd als tijdelijk bedoeld, maar zal hulp vanwege de kleinschaligheid van de eilanden altijd nodig blijven.