Gevecht rond productie griepvaccin brandt los
AMSTERDAM - Het gevecht tussen farmacie- en biotechnologiebedrijven om als eerste een vaccin tegen een mogelijke grieppandemie te presenteren, is in volle hevigheid losgebarsten. Voorlopig zijn er alleen virusremmers zoals Tamiflu, mocht de voor mensen dodelijke variant van de vogelgriep een pandemie veroorzaken.
’s Lands grootste farmaciebedrijf, Akzo Nobel, mengde zich gisteren openlijk in de strijd. Het bedrijf, dat al een veterinair vogelgriepvaccin heeft, gaat nu een middel ontwikkelen voor mensen. „We hebben de techniek in huis om binnen zes maanden een vaccin klaar te hebben”, aldus directeur Bram van Dijck van Nobilon, het biotechonderdeel van Akzo Nobel.Dat betekent niet dat volgend jaar een vaccin op de markt komt. Eerst moet het middel drie tot vier jaar worden getest op mensen. Bij acute dreiging zouden lokale autoriteiten kunnen besluiten dat traject over te slaan. Dat brengt wel de nodige risico’s mee, omdat van een niet uitvoerig getest vaccin de bijwerkingen niet bekend zijn, aldus Van Dijck.
Momenteel zijn het vooral de grote farmaconcerns Roche en GlaxoSmithKline die de productie van de bestaande virusremmers opvoeren. De effectiviteit van de bekendste remmers, Tamiflu en Relenza, trekken kenners echter in twijfel. Verder is het een nadeel dat de remmers nog worden gemaakt op basis van bevruchte kippeneieren. Met het vaststellen van de vogelgriep in Europa is de kans groot dat daaraan een tekort ontstaat bij mogelijke ontruimingen van besmette pluimveeboerderijen.
„Niemand heeft een vaccin klaar als er nu een pandemische griepepidemie uitbreekt”, zei ook directeur Ronald Brus van het Leidse biotechbedrijf Crucell maandag bij een toelichting op de kwartaalcijfers van de onderneming. Crucell ontwikkelt samen met ’s werelds grootste vaccinmaker, het Franse Sanofi Pasteur, een griepvaccin op basis van menselijke cellen. Pas in het voorjaar van 2006 worden de eerste pandemische vaccins getest op mensen.
Naast het tijdsaspect speelt het probleem mee dat er momenteel een tekort is aan productiecapaciteit in de farmasector. Akzo Nobel en Crucell zijn hard bezig de capaciteit te vergroten om volgend jaar in grote hoeveelheden te kunnen produceren. De bedrijven willen financiële steun van de overheid. „Wij hebben daarover nog geen contact gehad, maar ga je op grote schaal vaccins produceren, dan heb je subsidies nodig”, aldus Van Dijck.
Tot slot lopen de bedrijven het risico een vaccin te ontwikkelen tegen een griepvariant die bij het binnendringen van het menselijk lichaam muteert in een andere variant, waardoor het ontwikkelde vaccin niet meer bruikbaar is.
Nobilon, dat zich concentreert op de voor de mens gevaarlijke H5N1-variant van de vogelgriep, beaamt dit risico. „Maar het is geen weggegooid geld, omdat het eerdere onderzoek een basis vormt voor het vinden van een vaccin tegen een nieuwe variant”, aldus een woordvoerster van Akzo Nobel.
Sinds de vogelgriep vanuit Azië naar Europa oversloeg, neemt het aantal meldingen van de voor mensen gevaarlijke variant N1H5 alleen maar toe. De laatste pandemie die uitbrak was de Hongkong-griep van 1968-1969. Daarvoor waren er de Aziatisiche griep van 1957-1958 en de dodelijkste pandemie van de twintigste eeuw, de Spaanse griep van 1918, die tientallen miljoenen levens eiste. Ze werden alle veroorzaakt door een vermenging van een menselijk griepvirus en een vogelgriepvirus.
Diverse instanties, waaronder de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), en ook minister Hoogervorst van Volksgezondheid waarschuwen momenteel voor paniekzaaierij. Er is sprake van een dierziekte met een beperkt risico voor de mens, aldus Hoogervorst.
„Hype of realiteit, de algemene perceptie is dat er wereldwijd een griepepidemie kan uitbreken”, zo werpt de financieel directeur van Crucell, Leon Kruimer, tegen. „Gemiddeld breekt om de veertig jaar een grieppandemie uit, een nieuwe uitbraak zou een ramp zijn.”