Van Hoof herinnert zich geen bedreiging
DEN HAAG (ANP) – Staatssecretaris Van Hoof (Sociale Zaken) kan zich niet herinneren dat hij in 2000 als staatssecretaris van Defensie Defensiemedewerker Fred Spijkers zou hebben bedreigd. Dat zei hij dinsdag in het Radio 1–Journaal.
Spijkers heeft tegen het weekblad Nieuwe Revu gezegd dat Van Hoof hem had bedreigd. Van Hoof zou hebben gezegd dat hij voor Spijkers „een dodelijk wapen had" als Spijkers zijn dreigement om bepaalde documenten openbaar te maken zou uitvoeren. Nieuwe Revu publiceert deze week een brief van Van Hoof aan Spijkers. Daarin stelt de bewindsman dat hij het zich niet in die bewoordingen kan herinneren en dat hij het zeker niet zo heeft bedoeld.Voor de radio herhaalde Van Hoof dit dinsdag. Als staatssecretaris van Defensie had hij tal van gesprekken met Spijkers gevoerd. Die waren vaak emotioneel, aldus Van Hoof. Een doodsbedreiging herinnert hij zich niet. „Maar als Spijkers dat zegt, dan zal het wel zo zijn. Maar ik heb het niet zo bedoeld en zeker niet letterlijk."
Spijkers was verwikkeld in een slepend conflict met Defensie over een affaire die in 1984 begon. Toen kwam mijndeskundige R. Ovaa om het leven bij een incident met een omstreden mijn van het type AP–23. Spijkers moest de weduwe vertellen dat haar man was omgekomen door zijn eigen schuld. Hij weigerde dat want de AP–23 was een omstreden mijn. Die houding resulteerde negen jaar later in Spijkers ontslag.
Van Hoof besprak de zaak diverse malen met Spijkers en de weduwe Ovaa. Hij sprak met hen af dat een adviesbureau een oplossing zou bedenken.
Eind 2002 kregen Spijkers en de weduwe beiden een schadevergoeding van 1,6 miljoen euro. Ook kregen zij in 2003 allebei een koninklijke onderscheiding.
Spijkers heeft inmiddels van de Belastingdienst een aanslag gekregen over dat bedrag van ruim 915.000 euro. Van Hoof zei dinsdag dat destijds was afgesproken dat de schadevergoeding niet belast zou worden.