Tranen
Tranen zijn zeldzaam in de politiek. En als ze komen, komen ze onverwacht. Zoals donderdag bijvoorbeeld, toen minister Peijs van Verkeer het even te kwaad kreeg tijdens een kamerdebat.
De parlementariërs eisten van haar dat de bewindsvrouw actie onderneemt tegen onveilige overwegen. Ze moest ook een reactie geven op een brief van een moeder van wie het kind op een onbewaakte overweg onder de trein was gekomen. Anderzijds drong de Kamer erop aan om onbewaakte spoorwegovergangen te laten bestaan, zodat ook wandelpaden die de spoorweg kruisen, behouden blijven. Die tegenstrijdigheden werden Peijs te veel. Ze staakte haar betoog en barstte in tranen uit.Nu moet worden gezegd dat Peijs meestal niet voor haar plezier naar de Kamer gaat. De ene keer is het voor een tegenvaller bij de Betuweroute, de andere keer voor vertraging bij de hogesnelheidslijn. Op weer andere momenten moet Peijs aan de Kamer uitleggen waarom de treinen van NS niet op tijd rijden of waarom spoorbeheerder ProRail zijn zaakjes niet op orde heeft. En altijd eist de Kamer op hoge poten dat er onmiddellijk een eind komt aan de wantoestanden.
Peijs wordt dus iedere keer voor de leeuwen gegooid met dossiers om van te huilen. Dan is het eigenlijk niet meer dan logisch dat de tranen komen. De vraag was alleen: Wanneer?
KdG
Excuses (I)
Zalm trok in oktober 2002 de stekker uit het eerste kabinet-Balkenende. De toenmalige LPF-fractievoorzitter, Herben, vertelde het aan iedereen die het maar horen wilde. Zalm, momenteel minister van Financiën en destijds VVD-fractievoorzitter, zegde het vertrouwen op en was daarom degene die de 87 dagen durende samenwerking tussen CDA, VVD en LPF opblies, zo redeneerde de LPF’er.
Een dikke 1000 dagen later kijkt Herben er radicaal anders tegenaan. Vorige week presenteerde hij zijn boek ”Vrij denken over religie, politiek en vrijmetselarij”. Het eerste exemplaar overhandigde hij aan Zalm. Herben is er achter gekomen dat niet alleen Zalm de samenwerking met de LPF meer dan zat was. Ook CDA-fractievoorzitter Verhagen en premier Balkenende waren het beu.
Royaal erkende Herben tijdens de boekpresentatie dat de oorzaak van het gevallen kabinet in het najaar van 2002 ten diepste het geruzie in de LPF was. De ministers Heinsbroek en Bomhoff konden elkaar niet zien of luchten. Bovendien konden de twee ministers van LPF-huize ook niet goed opschieten met de overige bewindslieden.
Herben: „Zalm heeft geleden onder het imago van onbetrouwbaarheid. Dat is hij niet. Samen zijn wij daar al een tijdje uit. Maar nu wilde ik hem nog publiekelijk excuses aanbieden.”
Reden om na 1000 dagen een klein vlaggetje uit te steken voor Herben. Politici die ruiterlijk hun fouten erkennen, zijn zeldzaam. Het moet wel een klein vlaggetje zijn, want het duurde meer dan 1000 dagen voor hij zo ver kwam.
GV
Excuses (II)
Dat politici hun fouten maar moeizaam erkennen, bleek vorige week ook bij de presentatie van het jubilieumboek van het CDA. Oud-premier Lubbers blikt daarin terug op het dramatische zetelverlies in 1994. Hij komt tot maar liefst drie fouten die hij in die jaren gemaakt zou hebben. Bravo Lubbers, denkt dan de geïnteresseerde lezer, zo’n royale schuldbekentenis siert een mens.
Maar als hij vervolgens leest wat die drie fouten zijn, slikt hij zijn compliment haastig in. De missers blijken vooral van technische en procedurele aard te zijn. Zo rekent Lubbers het achteraf zichzelf aan dat hij toenmalig partijvoorzitter Van Velzen heeft toegelaten Brinkman al in het voorjaar van 1993 als zijn opvolger aan te wijzen. Ook had hij het maken van het conceptverkiezingsprogramma destijds niet aan de partij moeten overlaten, zo betreurt Lubbers anno 2005.
Wie deze ’schuldbelijdenis’ nauwgezet leest, kan maar tot één conclusie komen. Hier is een man aan het woord die door het ’erkennen’ van marginale ’fouten’ eigenlijk zegt dat hij het prima gedaan heeft, terwijl anderen de zaak voor het CDA verknoeiden.
Bovendien valt op wat Lubbers in zijn mea culpa níet zegt. Geen woord over het feit dat hij zijn opvolger, Brinkman, die hij zelf op het schild had geheven, schandalig behandelde door publiekelijk aan te geven dat wat hem betreft evengoed Kok premier kon worden en hijzelf beslist niet op Brinkman maar op Hirsch Ballin ging stemmen. Het zou Lubbers passen voor die misser, een werkelijke en moreel laakbare fout, zijn oprechte excuus aan te bieden.
Plichtsbesef
Hoe vaak zijn Kamerleden aan het Binnenhof en hoe vaak zijn ze afwezig? Het weekblad Nieuwe Revu liep de presentielijsten van de Tweede Kamer na en kwam tot enkele opmerkelijke conclusies. Dat opmerkelijke zit niet zozeer in de top vijf van afwezigen. Daarin staat bijvoorbeeld het ex-SP-Kamerlid De Ruiter bovenaan. Maar van hem is bekend dat hij lange tijd overspannen thuiszat. Ook zijn partijgenoot Marijnissen scoort met een aanwezigheid van 52 procent niet hoog. Maar dat is weer voor een deel te verklaren door zijn hernia, waardoor hij drie maanden aan bed was gekluisterd.
Minder goede redenen voor hun lage aanwezigheidspercentage hebben het onafhankelijke Kamerlid Lazrak („Ik kan niet overal tegelijk zijn”) en de LPF’er Varela („In het gebouw waar ik zit, ligt geen presentielijst”). Maar hun frequente afwezigheid was aan hun collega’s allang bekend.
Boeiender is het om te zien wie zeer vaak áánwezig zijn. Wanneer we alleen letten op de fractievoorzitters, blijkt de lijst te worden aangevoerd door Van der Vlies (SGP, 96 procent van de vergaderingen aanwezig) en Rouvoet (CU, 92 procent aanwezig). Waarmee de kleine christelijke fracties een nieuw bewijs geven van hun inzet, plichtsbetrachting en degelijke werkhouding.
AdJ
Agenda
De Tweede Kamer heeft deze week herfstreces.