De meldingen van de biologische vader over de thuissituatie bleven door grote drukte bij het bureau echter op de stapel nog te onderzoeken zaken liggen.Dat bleek woensdag uit onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg. Die noemt de werkwijze van de jeugdzorg „onacceptabel". Door de hoge werkdruk kon volgens de inspectie op basis van de informatie van de vader niet direct hoge urgentie aan het gezin in Tolbert worden toegekend.

De vader had telefonisch meermalen gewaarschuwd voor de nieuwe vriend van de moeder, die ervan wordt verdacht de kinderen Daniël (2) en Damaris (4) te hebben gedood. De telefoontjes kwamen binnen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK).

Omdat het Bureau Jeugdzorg de urgentie van de telefoontjes nog moest onderzoeken, kwamen die op de stapel terecht. Zaken die al wel als urgent waren aangemerkt, kregen voorrang. „Onacceptabel", aldus de Inspectie, die vindt dat de werkwijze van Jeugdzorg veranderd moet worden. Die had wel besloten tot een vooronderzoek, maar door het familiedrama werd dit niet meer uitgevoerd.

De inspectie vindt dat door deze werkwijze onacceptabele risico’s ontstaan. Bureau Jeugdzorg in Groningen moet daarom inventariseren welke risico’s er ontstaan na het geven van prioriteiten aan een melding. „Met de provincie moet worden afgesproken welke risico’s aanvaardbaar zijn en welke niet en wat voor acties hiervoor nodig zijn", aldus de inspectie.

Bureau Jeugdzorg Groningen deelt de conclusies van de Inspectie. „We zijn blij dat de Inspectie concludeert dat we de wet- en regelgeving geen onrecht hebben aangedaan.“, reageerde directeur A. Wolbert. „Het feit dat wij gedwongen zijn gradaties in urgentie van binnenkomende meldingen aan te brengen, vinden we net zo onacceptabel als de Inspectie”.

Staatssecretaris Ross van Volksgezondheid wilde woensdag niet op het rapport reageren. Volgens het Tweede-Kamerlid Kalsbeek van de PvdA is de afhandeling van het Groningse Bureau Jeugdzorg „het zoveelste symptoom van een kwaal die we maar al te goed kennen".

Volgens Kalsbeek blijkt opnieuw dat de Bureaus Jeugdzorg te weinig professioneel personeel in huis hebben, onderbezet zijn, en niet over goede instrumenten beschikken om meldingen van kindermishandeling snel en goed in te schatten. Ze wil het Groningse bureau niet de schuld geven. Volgens haar spelen de problemen bij alle Bureaus Jeugdzorg.

Het kabinet-Balkenende heeft enkele jaren geleden de Operatie Jong ingesteld, een denktank onder aanvoering van oud-staatssecretaris van Financiën S. van Eijck. Hij pleitte er kort geleden voor om nog maar één instantie, namelijk de gemeenten, verantwoordelijk te maken voor de Bureaus Jeugdzorg. Die verantwoordelijkheid ligt nu nog bij de provincies.

In een reactie zegt de provincie Groningen dat geen goed idee te vinden. „Wij zijn pas sinds dit jaar officieel verantwoordelijk. Het zou van weinig efficiency getuigen als je dat nu al weer gaat veranderen", liet een woordvoerster weten.