Politie Utrecht jaagt op snelle straatrovers
UTRECHT - „Dat is een interessant koppel.” Agent Bert Nijboer van de Utrechtse politie gooit het stuur van zijn bus om en jaagt over het fietspad achter twee jongens op een scooter aan. Nijboer maakt deel uit van het Utrechtse straatroofteam dat brutale boefjes een halt toeroept.
De twee jongens van Marokkaanse komaf stoppen braaf als ze de politiebus zien aankomen. Beiden tonen hun identiteitsbewijs. In de bus belt Nijboer naar een collega op kantoor om na te gaan of de jongens worden gezocht. Ook gegevens van de scooter worden gecontroleerd. Alles is in orde en de jongens mogen weer verder.Het duo is verdacht, omdat Utrecht wordt geteisterd door brutale straatrovers die vanaf de scooter hun slag slaan. „De Italiaanse methode”, noemt de Utrechtse politie het. „Mensen staan nietsvermoedend voor het verkeerslicht te wachten. Een van de scooterbandieten loopt tussen de auto’s door. Als hij ergens een mooie prooi ziet, slaat hij met een scherp voorwerp de ruit in en grist de buit uit de auto. Zijn collega staat op het fietspad met een snelle scooter te wachten en binnen een mum van tijd zijn ze ervandoor”, aldus Nijboer. In Rome komt het verschijnsel al langer voor.
In Utrecht werd vorig jaar 969 keer aangifte gedaan van straatroof, 20 procent van de diefstallen verliep op de Italiaanse manier. In 95 procent van de gevallen was het slachtoffer een vrouw in een kleiner model auto. De daders zijn in veel gevallen minderjarige jongeren van Marokkaanse afkomst.
In 2003 richtte de Utrechtse politie een speciaal straatroofteam op. Het bestaat uit 27 agenten, afkomstig uit de vier stadsdistricten. De binnenploeg bestaat uit veertien rechercheurs en twee man voor administratieve ondersteuning. De buitenploeg wordt gevormd door elf motoragenten, die wisselende diensten draaien.
Het team werkt volgens het zogenaamde roofreductiemodel. Dat betekent dat de binnenploeg in kaart brengt waar de meeste straatroven worden gepleegd. Alle aangiften worden uitgeplozen. De buitenploeg gaat vervolgens deze hotspots extra controleren. Nijboer: „We laten ons vaak zien op deze kruispunten. Na een melding gaat een ploeg van zes motoragenten erop af.”
De werkwijze verloopt succesvol. Sinds de inzet van het team is het aantal straatroven met 30 procent afgenomen. „Ze houden zich nu wel gedeisd. Voorheen was er elke dag minstens één straatroof. Nu zijn er dagen bij waarop geen enkele melding binnenkomt.”
Ook in andere grote steden zijn straatroofteams actief. Utrecht houdt echter als enige de Italiaanse methode specifiek in de gaten. In de andere steden zal een dergelijke straatroof als „diefstal uit de auto” gerapporteerd worden.
Nijboers surveillance voerde gistermiddag vooral door de beruchte probleemwijk Kanaleneiland. Volgens de Utrechtse motoragent is 75 procent van de bewoners van Marokkaanse afkomst. „Ze hebben hier hun eigen regels en hebben lak aan de politie.” Dat blijkt wel als de politiebus langs een groepje Marokkaanse jongeren rijdt. Enkelen draaien de agent demonstratief de rug toe. Anderen kijken strak in de ogen van hun ’vijand’.
Normaal rijdt Nijboer op een motor door de wijk. Op de BMW F650 kan hij echter geen passagier meenemen. „Het voertuig is een kruising tussen een tour- en een crossmotor. Daardoor zijn we snel en wendbaar. Wij kunnen ermee lezen en schrijven.” Snelheid hebben de agenten ook wel nodig. De jeugdige boefjes rijden meestal op opgevoerde scooters. „De laatste tijd halen ze nogal eens motorscooters uit Duitsland. Daar zit een 180-cc-blok op, waarmee de jongens een snelheid van meer dan 100 kilometer per uur kunnen halen.”
Een achtervolging is dan ook niet zonder risico. Meer dan eens moeten de motoragenten hun prooi opgeven, omdat de scooters blindelings door het verkeer racen. „Een druk kruispunt steken ze zonder te kijken over. En wonder boven wonder gaat het negen van de tien keer goed. Maar wij kunnen er niet blindelings achteraan gaan. Ik wil graag vanavond heelhuids thuiskomen.”