Verdonk onderzoekt verbod op burka
DEN HAAG (ANP) – Minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) gaat onderzoeken of het mogelijk is om in specifieke situaties mensen te verbieden een burka te dragen. Een algemeen verbod op het gewaad dat het hele lichaam van moslimvrouwen bedekt, is volgens haar niet goed mogelijk.
De minister wil echter bekijken of het vanuit veiligheidsoverwegingen op bepaalde momenten en gebieden mogelijk is het kledingstuk te verbieden, zei ze maandag in een overleg met de Tweede Kamer. Welke dat kunnen zijn, liet ze in het midden. De bewindsvrouw reageerde daarmee op het pleidooi van Kamerlid Wilders (Groep Wilders) om de burka in het openbaar te verbieden.
Volgens hem is het gewaad vrouwonvriendelijk en zijn de dragers ervan niet direct te identificeren. Bij de burka zijn de ogen vrijwel niet zichtbaar. De vrouw kijkt door een soort gaas, waardoor ze niet bekeken kan worden. Enkele gemeenten in België, waaronder Gent en Antwerpen, hebben het dragen van de burka in het openbaar al verboden.
Volgens voorzitter A. Tonca van het Contactorgaan Moslims en Overheid gaat het om een „futiliteit”. „Een handjevol moslims draagt een burka. De overgrote meerderheid van de moslims is er geen voorstander van”. Wilders’ pleidooi is „politiek voor de Bühne”, zei hij. „Daar moeten we van af. Laten we onze aandacht en energie richten op wat ons bindt. Zo groot is dit probleem nu ook weer niet."
Verdonk kreeg dit keer meer steun vanuit de Kamer voor haar actieplannen om radicalisering onder moslimjongeren te voorkomen. Ze benadrukte tijdens het overleg dat het „tijdperk van het gezellig theedrinken” voorbij is, dat allochtonen en autochtonen daadwerkelijk met elkaar in gesprek moeten gaan en dat ze elkaar daarbij ook kritisch mogen bejegenen. Het CDA constateerde tot dusver weinig echte bereidheid in de moslimgemeenschap om in dialoog te gaan.
De rijksoverheid gaat alle gemeenten voorzien van een handreiking terrorismebestrijding, kondigde minister Donner (Justitie) aan. Daarin staat onder meer hoe ze in een vroeg stadium de verschijnselen van radicalisme kunnen signaleren.
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding voert momenteel overleg met de vier grote steden om te kijken hoe zij omgaan met radicalisme dat potentieel gevaarlijk is. De nuttige elementen van die aanpak worden verspreid onder de gemeenten, zei Donner. Een landelijke aanpak is volgens hem niet mogelijk.
De PvdA drong in een motie aan op een landelijk programma om het onderwijs alerter te maken op uitingen van radicalisme. Kamerlid Nawijn (Groep Nawijn) wil via een motie een einde maken aan de bouw van moskeeën en islamitische scholen. VVD–Kamerlid Hirsi Ali lokte verder de discussie uit door te pleiten voor „bevolkingspolitiek” om de toestroom van kinderrijke allochtone gezinnen tegen te gaan. Dat kan volgens haar door te korten op de kinderbijslag.