„Internet was hulpmiddel voor verdachte moord Fortuyn”
De verdachte van de moord op Pim Fortuyn, Volkert van der G., heeft het internet als hulpmiddel gebruikt bij de voorbereiding van de aanslag. Hij schoot volgens het openbaar ministerie de politicus op 6 mei in Hilversum neer met een Star Firestar-pistool met patronen van het kaliber 9 millimeter.
Dat meldde NRC Handelsblad zaterdag op basis van het nog niet afgeronde politiedossier en gesprekken met diverse betrokkenen bij het onderzoek.
In de auto van de verdachte is volgens de krant een print van een website gevonden met plattegronden van het Mediapark, waar de moord plaatshad. Ook zijn webpagina’s aangetroffen van televisieprogramma’s waar Fortuyn zou optreden. Op een van de prints staat volgens NRC met de hand geschreven: tussen 4 en 6, 6 mei Ruud de Wild. Fortuyn werd vlak na een bezoek aan het programma van De Wild voor de deur van de radiostudio neergeschoten.
Van der G. pleegde de moord volgens NRC met een Spaans semi-automatisch Star-pistool van het type Firestar. De krant baseert zich daarbij op het voorlopige rapport van het Nederlands Forensisch Instituut.
De verdachte is sinds de moord op Fortuyn drie keer ondervraagd. Hij beroept zich nog altijd op zijn zwijgrecht, omdat zijn advocaten hem dat adviseren, zo zegt Van der G. volgens NRC in het proces-verbaal van verhoor. De raadslieden zouden inmiddels zeven getuigen hebben opgeroepen voor het gerechtelijk vooronderzoek.
Volgens NRC staat inmiddels ook vast dat Van der G. op de dag waarop hij de moord pleegde, niet in de nabijheid van Fortuyn is geweest. Ook zijn er volgens de krant bewijzen dat de verdachte op zijn werk in Wageningen was en dat hij daar en in Bennekom aan het begin van de middag winkels heeft bezocht. Zo kocht hij om kwart voor twee in Bennekom een elektrisch scheerapparaat van het merk Braun, zo blijkt uit de kassabon. De politie vond het apparaat later, gebruikt, in de auto van Van der G. terug.
Er zijn geen aanwijzingen dat er meer mensen bij de aanslag betrokken zijn geweest. Ook zou er geen bewijs zijn dat Van der G. iets met andere misdrijven, zoals de moord in 1996 op een milieuambtenaar in Nunspeet, heeft te maken. Uit het politiedossier rijst volgens NRC Handelsblad het beeld van een „eenzame amateurschutter die zijn daad betrekkelijk simpel plande en zijn vluchtweg niet goed voorbereidde.”
Het openbaar ministerie in Amsterdam dat het onderzoek naar de moord op Fortuyn leidt, wil niet op de publicatie van NRC Handelsblad reageren.