Ouders verslaafden smeken Rijk om geld
AMERSFOORT - „Geef ons geld want we zijn onmisbaar.” Met die smeekbede richtte de Landelijke Stichting Ouders en Verwanten van Druggebruikers (LSOVD) zich woensdag tijdens haar 25-jarig jubileum tot de overheid.
„Anders dan een ramp kan ik het niet noemen. Als dit echt doorgaat, zet de overheid ons in de kou.” Op de dag waarop de LSOVD haar 25-jarig bestaan viert, is vice-voorzitter Tini Ouwendijk van de vereniging vooral boos en verontwaardigd. Aanleiding is een recente onheilsboodschap uit Den Haag: We draaien de geldkraan dicht.„Wij doen dingen waar de gewone hulpverlening niet toe in staat is”, zegt de strijdlustige vrouw, moeder van een inmiddels van zijn verslaving genezen zoon, uit volle overtuiging. „Je kunt alleen iets betekenen voor de ouders van deze kinderen als je weet wat het is.”
Verontruste ouders richtten de LSOVD 25 jaar geleden op. De beslissing kwam voort uit onvrede over de in die tijd gebruikelijke hulpverlening. „Als ouder werd je niet bij de hulpverlening betrokken. Men redeneerde namelijk: Die verslaving is mede jouw schuld”, zegt Ouwendijk. „Door de boycot van hulpverleners belandden ouders in een isolement. Zo ontstond de behoefte om de ervaringen te kunnen delen. We zijn dus een lotgenotenvereniging.”
Een kwarteeuw later telde de vereniging 33 gespreksgroepen, geleid door voorzitters die zich daarvoor verplicht onderwierpen aan een psychologische scholing. Daarnaast is er een door vrijwilligers bemande, telefonische hulpdienst; bereikbaar van 10.00 tot 22.00 uur.
Ouwendijk: „We zijn laagdrempelig en we hebben ervaring. Daardoor bereiken we doelgroepen die in de reguliere hulpverlening onzichtbaar zijn. Neem de broers en zussen van een gebruiker. Zij gaan om hun ouders te ontlasten gezinstaken overnemen, cijferen zichzelf weg. Later, als ze zelf kinderen krijgen, kunnen ze daar flink mee in de problemen komen. Dan ontdekken ze bij zichzelf dat ze nooit echt kind hebben kunnen zijn.”
Tot eind 2003 koesterden de bestuursleden van de LSOVD de illusie in 2005 dankbaar te kunnen terugblikken op de groei en de verworvenheden van de stichting. Inmiddels is het alle hens aan dek, want als het Rijk voet bij stuk houdt, komt de vereniging op jaarbasis 60.000 euro tekort.
De onheilsboodschap vanuit Den Haag overschaduwt het jubileumfeest volledig. In plaats van een feestrede af te steken, doen woordvoerders van zorgverzekeraars en gemeenten uit de doeken hoe zij de situatie bezien.
„Afhankelijk van hun inschatting bepalen wij onze toekomst”, laat de vice-voorzitter weten. „In het ergste geval gaat het mes erin.” Ze wordt onderbroken en om de hals gevlogen door een verenigingslid dat wat later binnenkomt. „Zo veel betekenen wij nou voor elkaar”, zegt Ouwendijk over de begroeting. „Wie ons stukmaakt, weet echt niet wat hij doet.”