Denktank VVD: Geen geld voor relischool
DEN HAAG - Er moet een einde komen aan de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. De overheid moet voortaan alleen nog openbare scholen bekostigen en stoppen met het financieren van bijzonder onderwijs op religieuze grondslag.
Dat vindt de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD. In een maandag gepresenteerd rapport over integratie staat dat het bijzonder onderwijs wel mag blijven bestaan, maar dat de Teldersstichting af wil van de bekostiging van religieuze scholen door de overheid. De overheid mag van de VVD-denktank wel bijzondere scholen blijven bekostigen waar „godsdienstneutraal” onderwijs wordt gegeven.Het voorstel staat haaks op het Liberaal Manifest dat in mei dit jaar door het partijcongres van de VVD werd aanvaard. Daarin wordt de gelijke bekostiging intact gelaten, zij het dat de eisen aan het bijzonder onderwijs wel worden aangescherpt. Fractievoorzitter Van Aartsen zei toen zich te hebben laten overtuigen dat vooral het islamitisch en niet het christelijk onderwijs een probleem is.
Minister Verdonk (Integratie), die het rapport in ontvangst nam, distantieerde zich direct van het voorstel van de Teldersstichting. Ze zei zich te houden aan de lijn van het kabinet. De kwestie is pijnlijk voor haar, omdat ze eind vorig jaar onder vuur kwam te liggen nadat ze had gezegd dat artikel 23 van de Grondwet in de toekomst diende te worden geschrapt. Dat artikel regelt de gelijkstelling van bijzonder en openbaar onderwijs.
Voorzitter J. Wiebenga van de werkgroep die het rapport schreef, ontkent dat het voorstel is ingegeven door de wens islamitische scholen onmogelijk te maken. „Wij liepen tegen dit principiële punt aan en vonden dat we er dan ook een principieel antwoord op moesten formuleren. Zo nieuw is dat niet. Wie de geschiedenis bestudeert, zal ontdekken dat de VVD altijd al moeite heeft gehad met de bekostiging van het bijzonder onderwijs.”
In het rapport wordt sterk de nadruk gelegd op de scheiding van kerk en staat. „De godsdienstbeleving dient op scholen net zomin als op andere plaatsen met publieke middelen te worden gefinancierd.” Religieuze scholen (zoals islamitische, reformatorische en joodse) gaan volgens de Teldersstichting ten koste van de gewetensvrijheid van kinderen en ten koste van de integratie. Op de vraag of het dan niet logischer is bijzondere scholen te verbieden, zei Wiebenga dat dat zou strijden met de vrijheid van vereniging. Het rapport stelt dat het doel van onderwijs gericht dient te zijn op het kind en niet op de belangen van ouders of levensbeschouwelijke groepen.
Wiebenga heeft er geen moeite mee dat de overheid ook andere religieuze activiteiten financiert, zoals geestelijke bijstand in de gevangenissen en in de krijgsmacht. Volgens hem kan dat wel omdat daar sprake is van een extra verantwoordelijkheid voor de overheid.
Hij beaamt dat het voor de hand ligt om ook de financiering van het publiek bestel ter discussie te stellen, omdat sommige omroepen een religieuze achtergrond hebben. „Dat is iets voor een volgende werkgroep”, aldus Wiebenga, die lid van de Raad van State is. Het voorstel van de Teldersstichting sluit naadloos aan bij de pleidooien van VVD-kamerlid Hirsi Ali, hoewel zij zich vooral richt tegen islamitische scholen.
In het rapport wordt er ook de vinger bij gelegd dat iemand „maar liefst zeven en een half jaar” recht heeft op een studiebeurs bij het volgen van een theologische opleiding aan een universiteit in combinatie met een kerkelijke opleiding. Het voorbeeld wordt gevolgd door andere, om duidelijk te maken dat de scheiding van kerk en staat in Nederland niet volledig is. De werkgroep zegt niet „zonder meer” te willen pleiten voor afschaffing van deze „privileges.”