Iraakse olieminister overleeft aanslag
BAGDAD (AP) - De Iraakse minister van olie Ibrahim Bahr al-Uloum is maandagmorgen ongedeerd gebleven bij een aanslag in een westelijk stadsdeel van Bagdad.
Drie van zijn lijfwachten kwamen om het leven toen een bom ontplofte langs de weg waarlangs zijn zeven voertuigen tellende konvooi reed, zei de politie. Twee voertuigen raakten beschadigd en ten minste twee lijfwachten raakten gewond.Bahr al-Uloum was op weg naar een openingsplechtigheid voor een herbouwde olieraffinaderij in de stad Beiji, in het noorden van Irak. De Iraakse olie-industrie, die in naam over de op twee na grootste oliereserves ter wereld beschikt, slaagt er niet in haar potentieel waar te maken door sabotage van pijpleidingen en raffinaderijen. De aanslag op Bahr al-Uloum onderstreept hoe moeilijk het klimaat in Irak is voor economisch herstel en wederopbouw.
Ondertussen ging een Amerikaans offensief van zo’n duizend manschappen tegen Iraakse opstandelingen in het westen van Irak de derde dag in. Volgens Amerikaanse legerbronnen zijn in het weekeinde ten minste 36 rebellen gedood; aan Amerikaanse zijde zouden geen slachtoffers zijn gevallen.
De strijd begon zaterdag in het dorp Sadah en breidde zich sindsdien uit tot Karabila en Rumana, twee steden aan de rivier de Eufraat. Volgens het Amerikaanse leger is het gebied bij de grens met Syrië een bolwerk van buitenlandse strijders die Irak binnenkomen via Syrië. Maandag werden helikopterbeschietingen gemeld in Rumana. Een CNN-journalist toonde beelden van huis-aan-huisgevechten in Karabila.
De meeste rebellen leken Sadah voor het begin van het offensief te hebben verlaten. Honderden dorpelingen zouden naar Syrië zijn uitgeweken.
In Ramadi, een rebellenbolwerk 115 kilometer ten westen van Bagdad, raakten opstandelingen maandag slaags met Iraakse en Amerikaanse militairen. Iraakse burgers vierden er de vernietiging van twee trucks van het Iraakse leger. Rebellen met bivakmuts en machinegeweer in de aanslag paradeerden in de straten. De Amerikaanse legerbasis in de stad werd met mortiergranaten bestookt, maar daarbij vielen geen slachtoffers. Er waren volgens het Amerikaanse leger zeven rebellen gedood.
In de noordelijke stad Mosul werd Nafi’a Aziz, een vrouwelijk lid van de provincieraad van Ninevah, bij een aanslag op straat gedood. Ook haar zoon vond de dood. Aziz was voorzitster van de mensenrechtencommissie van de raad en lid van de Patriottische Unie van Koerdistan, de partij van president Jalal Talabani.
In het eveneens noordelijke Kirkuk werden twee Iraakse politieagenten doodgeschoten; in de zuidelijke stad Hillah kwam bij een bomexplosie een restauranteigenaar om het leven.
Het Amerikaanse legeroffensief, de straatgevechten en de aanslagen vinden nog geen twee weken plaats voor het landelijke referendum over een nieuwe Iraakse grondwet, dat gepland is voor 15 oktober. In de afgelopen acht dagen zijn ten minste 207 mensen om het leven gekomen, wat doet vermoeden dat de rebellen hun activiteiten aan de vooravond van het referendum aan het intensiveren zijn.