„Debat over monarchie niet uit de weg gaan”
GRONINGEN - De symbolische waarde van de Nederlandse monarchie neemt toe. Maar een debat over het functioneren ervan is nog steeds niet mogelijk. „Onze democratie werkt niet goed als het debat over de monarchie in de kiem wordt gesmoord”, stelde prof. dr. I. Sluiter vrijdag tijdens een congres over de Nederlandse monarchie.
Voor de afsluiting van het congres benadrukten tal van sprekers dat het Nederlandse koningshuis als symbool van de natie mag worden gezien. Ook klonk hier en daar de opmerking dat het goed was dat de monarchie eindelijk eens het thema was van een groots opgezet congres. En dan nog wel eentje met „hoogintellectuele bijdragen”, aldus een tevreden lid van de Raad van State mr. W. Konijnenbelt.Aan het einde van twee lange congresdagen kon prof. Sluiter, hoogleraar linguïstiek in Leiden, vaststellen dat de symbolische waarde van de Nederlandse monarchie buiten kijf staat en alleen maar toeneemt. Het is wel een symboolfunctie die er alleen is bij de gratie van een stabiele democratie, stelde zij vast. Er waren kritische geluiden te beluisteren over de relatie tussen democratie en monarchie. Die kunnen op gespannen voet met elkaar staan, zeker als sterk de nadruk ligt op de persoon van het staatshoofd en niet op de functie.
Op het congres kwam naar voren dat de bevolking meer een band heeft met de persoon van de Koningin dan met het instituut monarchie. Dat geldt voor heel het koninkrijk, inclusief de Antillen. Koningin Beatrix vervult een samenbindende rol. Sluiter wees erop dat de monarchie zelf aan haar beeldvorming werkt.
Er zijn rond de monarchie allerlei rituelen ontstaan die volgens Sluiter bijdragen aan de continuïteit in de ontwikkeling ervan. Ze onderzocht programmaboekjes van Koninginnedagen en de recente jubileumbezoeken aan de provincies. Dat leverde haar een leuk inzicht op in de rituelen rond het koningschap. „De Koningin representeert het symbolische centrum van de macht. Als Hare Majesteit bezoeken in alle hoeken van het koninkrijk brengt, komen die als het ware in aanraking met dat symbolische centrum. Als de Koningin ergens komt, wordt ze doorgaans getrakteerd op streekspecialiteiten en andere folklore. Dan komt het lokale in aanraking met het centrale. Op die manier kunnen rituelen bijdragen aan de continuïteit van de monarchie.” Stereotiepe conclusies na Koninginnedagen zijn bijna altijd in de geest van die de burgemeester van Wijhe in 2003 uitsprak: „Het bezoek van de Koningin was een daverend succes en heeft onze gemeente weer eens op de kaart gezet.”
De oproep een paar jaar geleden van de toenmalig D66-voorman De Graaf om na te gaan of er aanpassingen mogelijk waren in de monarchie, ketste af op onwil. „Men interpreteerde dat als een aanval op de monarchie. De Telegraaf kopte zelfs al dat het volk massaal achter de Koningin stond. Het was echter geen aanval op de monarchie, maar een poging om te bestuderen of een meer ceremonieel koningschap in Nederland wenselijk en mogelijk was. Het debat daarover is nog steeds failliet”, aldus Sluiter.
De veranderingen in de maatschappij leidt ertoe dat de betekenis van de monarchie blijft veranderen. Een nieuwe discussie over het koningshuis moet daarom niet uit de weg worden gegaan, aldus Sluiter. „Een maatschappelijk debat kan een vernieuwd koningschap voortbrengen.”