Manegehouder Elburg beticht van ontucht
ZUTPHEN - Zes meisjes in de leeftijd van 14 tot 16 jaar betichten de 64-jarige manegehouder G. V. uit Elburg van ontucht.
V., die zijn manege in 2000 begon, had regelmatig groepen jonge paard- en ponyrijdsters over de vloer. Daarbij was hij volgens de aangeefsters handtastelijk.V., die woensdag voor de rechtbank in Zutphen moest verschijnen, bleef in alle toonaarden ontkennen. Volgens hem beperkten zijn aanrakingen zich tot schouderklopjes. „Ze willen mijn bedrijf kapotmaken.”
Officier van justitie mr. H. A. A. Vrijhoeven vond alle feiten bewezen. Voor Vrijhoeven hoeft V. na vier dagen voorarrest niet meer de cel in, maar zou hij een werkstraf van 240 uur en acht maanden voorwaardelijke gevangenisstraf moeten krijgen. Twee schadeclaims van 750 euro moeten worden toegewezen, aldus de aanklager.
Hij wees op de gevolgen voor de slachtoffers: „De een heeft een negatief zelfbeeld; de ander rijdt om om niet meer langs de manege te hoeven en een derde is terughoudender geworden ten opzichte van vooral oudere mannen.”
Advocate mr. F. J. Bosma stelde dat de „roddel en achterklap” in en rond de manege niet voldoende zijn voor een veroordeling. Het onderzoek zou niet gebaseerd zijn op feiten, maar gedaan zijn vanuit een tunnelvisie. De politie zou suggestief te werk zijn gegaan.
Over V. zei Bosma „dat hij wel eens wat grof in de mond is”, maar daarbij zou het ook gebleven zijn. „Een paar meisjes hebben elkaar zitten opjutten.” In zijn laatste woord voegde de Elburger eraan toe dat hij juist uit voorzorg twee instructrices in zijn manege had aangesteld. „Dit is stank voor dank”, aldus de verdachte, die zijn bedrijf inmiddels te koop heeft gezet.
De rechtbank doet op 12 oktober uitspraak.