Van alle Nederlandse kinderen tussen de vier en de zes jaar is 5 tot 10 procent te dik. Zij lopen een groot risico om ook als puber dik te blijven en dikke adolescenten lopen weer een grote kans op overgewicht op volwassen leeftijd, stelt Sauer. Bij adolescenten wordt altijd gewezen op te weinig lichaamsbeweging en de verkeerde voeding. „Of dit voor die heel jonge kinderen ook geldt, weten we niet.”Sauer plaatst kanttekeningen bij de programma’s waarin gepoogd wordt dikke kinderen meer aan het bewegen te krijgen. Het is helemaal niet vastgesteld dat die programma’s werken. Volgens hem is bewegen juist voor dikke kinderen niet aantrekkelijk. Hij noemt het onwaarschijnlijk dat dit met voorlichtingscampagnes lukt. Als het lukt de risicofactoren voor jonge kinderen te achterhalen, is preventief ingrijpen mogelijk, zo is de gedachte.

Het is de bedoeling om alle naar verwachting 5500 kinderen die tussen 1 april 2006 en 1 april 2007 in Drenthe geboren worden in kaart te brengen. Er wordt bloed afgenomen en het gewicht van de ouders, broertjes en zusjes van deze baby’s genoteerd. In het eerste levensjaar van de baby wordt het gezin zes keer onder de loep genomen, in de jaren daarna nog maar één keer per jaar, totdat de kinderen volwassen zijn. De onderzoekers hebben voor Drenthe gekozen omdat daar veel dikke kinderen voor komen en omdat er relatief weinig verhuisd wordt.

Daarnaast worden lengte, gewicht, vetgehalte en bloedwaarden die wijzen op een gestoorde glucose-vethuishouding van een groep van 2000 Groningse jongeren die dit jaar en volgend jaar vijftien worden, gemeten. Van deze groep zijn al veel gegevens bekend. Ook zij zullen jaarlijks onder de loep genomen worden.

Tijdens het door de universiteit, stichting Thuiszorg Drenthe en drogisterijketen Kruidvat gefinancierde onderzoek zal ook gekeken worden naar de manier waarop vet in de lichamen van de kinderen is verdeeld. Sauer: „Het maakt heel veel uit waar het vet zit. Als het zich in de buik tussen de organen opslaat is het risico op diabetes en hart- en vaatziekten groter dan wanneer het onder de huid zit.”

De hoogleraar hoopt met het onderzoek ook te kunnen achterhalen welke genencombinaties de kans op overgewicht beïnvloeden. Bovendien hoopt hij in het laboratorium met behulp van proefdieren uit te zoeken hoe glucose (suiker) wordt omgezet in vet. Volgens de professor is het vet dat overgewicht veroorzaakt vaker afkomstig van suikers dan van vet voedsel.