Zes jaar cel geëist na scharenslieptruc
Een celstraf van zes jaar moet Louis P. er van weerhouden ooit nog zijn scharenslieptruc uit te halen. De man heeft volgens justitie leiding gegeven aan een criminele organisatie die bedrijven afperste.
Officier van justitie N. Boersma eiste de zes jaar woensdag bij de rechtbank in Den Haag tegen de 56-jarige leider van een zigeunerfamilie. De familie vroeg bedrijven in de regio Noordwijk of ze gereedschap hadden te slijpen. De rekeningen voor het vermeende slijpwerk liepen op tot 47.000 gulden. Weigerde een ondernemer te betalen, dan bedreigden de slijpers hen en hun familieleden. Onder die druk kwamen veel ondernemers met geld over de brug. Volgens justitie heeft P. zo 432.000 euro binnengekregen. Dat geld moet hij terugbetalen, vindt officier Boersma.
Zij vindt zes jaar cel toepasselijk voor Louis P. omdat hij in 1996 al eens is veroordeeld voor een reeks afpersingen. De rechtbank in Utrecht veroordeelde P. toen tot 3,5 jaar cel. De straf die Boersma eiste, moet hem ervan weerhouden in de toekomst op dezelfde voet verder te gaan.
In totaal hebben bedrijven 86 aangiften van afpersing gedaan. Na een uitzending van het tv-programma van misdaadjournalist Peter R. de Vries over de zaak, kwamen 200 meldingen binnen. Niet alle ondernemers wilden hun klacht officieel laten registreren.
De criminele organisatie van P. bestond volgens de officier van justitie uit familieleden. Ook P.’s partner S. F., zijn dochter S. P. en een ex-schoonzus J. P. stonden woensdag terecht. Tegen F. eiste Boersma 24 maanden celstraf, tegen de andere twee vrouwen een jaar en zes maanden voorwaardelijk. De ex-schoonzus was niet aanwezig.
Slechts in één geval, waarvan videobeelden en geluidsopnamen bestaan, gaven de verdachten toe dat ze bij het bedrijf waren geweest. Zij zouden gereedschap zijn komen brengen omdat anderen hen daartoe hadden gedwongen, aldus P. De drie ontkenden iets te maken te hebben met de andere afpersingen.
Justitie is nog op zoek naar drie zoons van P. Ook die zouden deel hebben uitgemaakt van het ’familiebedrijf’. Volgens de officier van justitie verblijven zij in het buitenland.
De rechter doet 19 juni uitspraak.