De verdachte is verbonden aan stichting De Einder, die mensen instructies geeft als ze zelfmoord willen plegen. De politie trof indertijd het lichaam van de Groningse vrouw in haar woning aan met een plastic zak over het hoofd. Ze was door verstikking om het leven gekomen. De vrouw leed niet aan een ernstige ziekte, maar was wel gedeeltelijk verlamd.

Ze kwam niet in aanmerking voor euthanasie. Daarom deed ze een beroep op De Einder. De stichting is bij zo’n dertig gevallen van zelfdoding per jaar betrokken. De organisatie gaat uit van het standpunt dat mensen zelf moeten uitmaken of ze een eind aan hun leven maken. Er is nog niet eerder een consulent vervolgd.

Informatie verstrekken over zelfmoord is toegestaan volgens de Nederlandse wetgeving. Wat niet mag, is middelen daartoe verschaffen. Ook instructies geven is strafbaar.

De 59-jarige M. zou de bejaarde vrouw hebben geholpen bij de toediening van medicijnen en alcohol. Hij speelde destijds volgens de officier een regisseursrol bij het geven van de instructies.

M.’s advocaat, mr. W. Anker, bepleitte vrijspraak. Volgens hem heeft justitie zich schuldig gemaakt aan willekeur. Drie andere aanwezigen werden niet vervolgd, terwijl ze meer zouden hebben bijgedragen aan de dood van de vrouw dan zijn cliënt. Anker vindt dat de rechtbank in deze zaak een uitgelezen kans heeft om hulp bij zelfdoding juridisch beter af te bakenen.

De rechtbank behandelde de zaak in een nieuwe bezetting. De vorige rechters waren gewraakt, omdat de president van de rechtbank kritiek had geleverd op de werkwijze van M. Hij noemde de werkwijze van stichting De Einder „buitengewoon schimmig en obscuur.” Ook had M. zich volgens de president bediend van „een smoes” toen hij een aantal vrienden van de vrouw had geadviseerd weg te gaan.

De rechtbank doet 18 juni uitspraak.