LPF wil twee miljard extra voor koopkracht
De LPF wil dat het kabinet volgend jaar 2 miljard euro extra uittrekt voor de verbetering van de koopkracht. Het bedrag komt bovenop de 2,5 miljard extra die het kabinet al beschikbaar stelt voor inkomensverbetering.
Volgens fractieleider Van As moeten de burgers extra gecompenseerd worden door de hoge olie- en energieprijzen en de stijgende lokale lasten.
Alle Nederlanders met een jaarinkomen van 18.000 euro bruto moeten er volgens Van As 200 euro netto bijkrijgen door een verhoging van de arbeidskorting, een fiscale aftrek voor werkenden. Ook moet het ‘kwartje van Kok’ in de benzineaccijns worden geschrapt. Verder wil de LPF onder meer de kilometervergoeding voor werknemers die hun auto voor hun werk gebruiken verhogen van 18 naar 22 cent.
Als de olieprijs boven de 50 dollar per vat uitkomt, moet het overschot aan de burger worden teruggeven, aldus Van As. Ook moet het kabinet garanderen dat de ziektekostenpremie niet hoger uitvalt dan 1200 euro per jaar.
In haar tegenbegroting dekt de LPF de extra lastenverlichting door voor 500 miljoen euro te bezuinigen op de budgetten voor de reïntegratie van mensen zonder baan. Ook wordt 500 miljoen bespaard op ontwikkelingssamenwerking. Door de stofkam te halen door het ambtenarenapparaat en de bureaucratie krijgt de LPF 250 miljoen binnen. Verder bezuinigt ze voor 200 miljoen op de publieke omroepen en voor 450 miljoen op overheidssubsidies.
Volgens Van As komt het overheidstekort in de LPF-tegenbegroting uit op 1,8 procent, net als in de Miljoenennota van het kabinet.