Tekort aan leraren lager dan verwacht
Het lerarentekort zal in 2010 veel lager zijn dan aanvankelijk verwacht. In 2002 ging minister Van der Hoeven van Onderwijs uit van een tekort van ruim 13.000 leerkrachten; in werkelijkheid zal het tekort zo’n 4000 bedragen.
Er zijn twee oorzaken voor de verschillen. In de eerste plaats worden er minder kinderen geboren dan gedacht. Bovendien komen er veel minder vreemdelingen het land binnen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft becijferd dat er in 2010 ruim 80.000 leerlingen minder zullen zijn dan drie jaar geleden werd aangenomen.
Op grond van deze CBS-cijfers heeft minister Van der Hoeven van Onderwijs zaterdag nieuwe cijfers gepresenteerd over het verwachte lerarentekort. In het voortgezet onderwijs zal het tekort in 2010 hooguit 3000 bedragen. Bij de vorige prognose, in september 2002, ging het ministerie nog uit van 9400. Voor het basisonderwijs is het tekort bijgesteld van 3700 naar 1100.
Ook valt het tekort mee doordat leraren tegenwoordig langer doorwerken en minder gebruikmaken van de mogelijkheid om vanaf hun 52e minder les te gaan geven. Verder zijn steeds minder leraren ziek of arbeidsongeschikt. Deze trends zetten de komende jaren door, denkt minister Van der Hoeven.
Na 2010 zullen de tekorten naar verwachting toenemen omdat er dan veel leraren met pensioen zullen gaan. Afhankelijk van de economische groei schat het ministerie het tekort in 2015 op 5000 of 6000 leerkrachten.
Op dit moment is er sprake van evenwicht op de onderwijsarbeidsmarkt. Er is geen tekort aan leraren en bijna alle afgestudeerden hebben een baan gevonden.