Drenthe helpt minima besparen
De provincie Drenthe en elf van de twaalf Drentse gemeenten gaan de minima vanaf volgend jaar helpen energie te besparen. Mensen met een laag inkomen kunnen gratis gebruikmaken van een adviseur die bij hen langskomt en op maat gesneden energiebesparingstips geeft.
Wethouder T. Leistra van de gemeente Hoogeveen, die het plan dinsdag presenteerde, verwacht dat deelnemers jaarlijks 125 euro op hun energierekening kunnen besparen. Dit bedrag kan bovendien nog hoger uitpakken, als de energieprijzen zoals verwacht verder stijgen.
De wethouder baseert zijn verwachting over de besparingen op een onderzoek naar vergelijkbare acties in Amsterdam, Nijmegen, Leiden en Alkmaar. Daar leverden de huisbezoekjes gemiddeld ongeveer 10 procent besparing op. In Drenthe is het voor het eerst dat zo’n actie op grote schaal wordt gehouden.
Het project ”Energiebesparing voor huishoudens met lage inkomens” begint op 1 januari 2006 in Drenthe met het opleiden van langdurig werklozen tot energieadviseur. Zij gaan vervolgens op pad om bij de mensen thuis het energieverbruik in kaart te brengen en een persoonlijk besparingsadvies te geven. Ook krijgen de deelnemers een gratis pakket met enkele spaarlampen, een waterbesparende douchekop, radiatorfolie en een boekje met tips. Verder brengt de adviseur een rapport uit en volgt er zo nodig een tweede bezoek.
De deelnemers moeten zich wel eerst zelf aanmelden, de gemeenten zorgen voor aanmeldkaarten en publiciteit. Het geld voor het project is afkomstig van de ”Tender Energiebesparing bij Lage Inkomens” van de rijksoverheid. Voor het Drentse project is maximaal 460.000 euro beschikbaar.
Wethouder Leistra beseft dat minder energieverbruik ook minder opbrengst betekent voor de gemeenten en de provincie, die aandeelhouder zijn van de energiebedrijven in het gebied. „Toch kiezen we hiervoor, omdat onze gemeentelijke doelstelling om energie te besparen zwaarder weegt, vanuit milieuoogpunt. Ook zorgt het ervoor dat de minima meer te besteden hebben en is het een werkgelegenheidsproject.”