Binnenland

Minder aanklachten tegen Hofstadverdachten

Het openbaar ministerie (OM) heeft de lijst met aanklachten tegen de dertien vermeende terroristen van de Hofstadgroep ingekort. In principe worden ze alleen nog vervolgd voor deelname aan een criminele terroristische organisatie.

ANP
13 September 2005 16:02Gewijzigd op 14 November 2020 02:56

Dit gebeurt met uitzondering van de verdachten Jason W. en Ismaël A. Zij worden ook berecht voor poging tot doodslag op een arrestatieteam en het bezit hebben van vier handgranaten. De twee hebben zich namelijk vorig jaar met geweld tegen hun arrestatie verzet in het Haagse Laakkwartier en gooiden een granaat naar het arrestatieteam dat hen moest inrekenen. Hierbij raakten een aantal politiemensen gewond.De verdachten hebben inmiddels een wijziging van hun tenlastelegging gekregen. Aanvankelijk klaagde justitie hen ook aan voor het samenspannen met andere verdachten van de Hofstadgroep tot een of meer moorden uit terroristisch oogmerk. Doelwitten hiervoor waren Theo van Gogh, de Tweede–Kamerleden Hirsi Ali en Wilders en de Amsterdamse bestuurders burgemeester Cohen en wethouder Aboutaleb.

Ook beschuldigde het landelijk parket van het OM de dertien verdachten van het opzettelijk verhinderen van het werk van de Kamerleden Hirsi Ali en Wilders door hen met geweld te bedreigen. De vierde aanklacht luidde dat de vermeende Hofstadgroepleden dit in samenspanning met andere vermeende Hofstadgroepleden deden. Ook de beschuldiging dat ze Hirsi Ali, Wilders, Cohen en Aboutaleb met de dood bedreigden waardoor hun veiligheid in gevaar kwam, heeft het OM ingetrokken.

Volgens een woordvoerder van het OM richten de aanklagers zich nu op het hart van de verdenking, de deelname aan een criminele terroristische organisatie. „De weggevallen losstaande verdenkingen worden hierin meegenomen, maar nu hoeven we niet alle losstaande strafbare feiten nog apart te bewijzen. Nu het politieonderzoek afloopt bleek dit erg lastig. Voor een veroordeling van de verdachten voor deelname aan een terroristische organisatie is dat overigens ook niet nodig. Voor een veroordeling voor de terroristische organisatie denken we voldoende bewijs te hebben”.

Het schrappen van verdenkingen geldt ook voor Mohammed B., de man die de rechtbank in Amsterdam in juli veroordeelde tot een levenslange gevangenisstraf, omdat hij cineast Theo van Gogh heeft vermoord. Het is vrijwel zeker nooit eerder in Nederland voorgekomen dat iemand die tot levenslang is veroordeeld, toch nog in een andere strafzaak wordt vervolgd. De rechter kan in het uiterste geval niets anders doen dan B. schuldig te verklaren zonder hem straf op te leggen. Iemand die in Nederland levenslang heeft, komt in pricipe zijn hele leven de cel niet meer uit.

Het zou „onverantwoordelijk zijn” om B. niet voor de verdenkingen tegen de leden van de Hofstadgroep te vervolgen, motiveerde officier van justitie A. van Dam in mei de nieuwe vervolging van de moordenaar van Van Gogh. „Dat hij geen extra straf kan krijgen, speelt een ondergeschikte rol”.

Tijdens de pro forma–zitting rond de Hofstadgroep begin mei, gaf het Openbaar Ministerie aan dat Mohammed B. een leidinggevende rol had binnen het terreurnetwerk. Deze constatering is voor het OM een van de belangrijkste pijlers om aan te tonen dat de Hofstadgroep daadwerkelijk een terroristische organisatie is, omdat B. zich al concreet schuldig heeft gemaakt aan een moord uit terroristisch oogmerk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer