Binnenland

„Chauffeur moet gedrag veranderen”

Bijna iedere week is het in het nieuws. Regelmatig staat het verkeer op de snelwegen vast door vrachtwagenongevallen. Hoewel het aantal ongelukken de afgelopen jaren daalt, ziet Van den Bosch Transporten uit het Brabantse Erp reden om ieder jaar zijn chauffeurs in theorie en praktijk bij te scholen.

Kees van den Hoven
9 September 2005 10:01Gewijzigd op 14 November 2020 02:56
ERP – Transporteur Van den Bosch uit het Brabantse Erp laat al zijn chauffeurs een bijscholingscursus volgen. Foto William Opheij
ERP – Transporteur Van den Bosch uit het Brabantse Erp laat al zijn chauffeurs een bijscholingscursus volgen. Foto William Opheij

„We streven naar gedragsverandering zodat de chauffeurs minder gestresst gaan rijden,” aldus rijinstructeur Cees Sluyter van Verkeersschool Kees van Iersel uit Heesch.

Volgens het laatste overzicht van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) daalde het aantal vrachtwagenongevallen waarbij dodelijke slachtoffers vielen van 221 in 1994 naar 146 in 2004. Het aantal vrachtwagenongevallen als gevolg waarvan gewonden in het ziekenhuis moesten worden opgenomen, is gedaald van 648 in 1994 naar 457 in 2004.

Toch ziet de politie reden om samen met de organisatie Transport en Logistiek Nederland, het ministerie van Verkeer en verzekeringsmaatschappijen te onderzoeken wat de voornaamste oorzaken zijn en hoe die moeten worden aangepakt. „Hoewel de schadecijfers dalen, zijn de economische gevolgen fors”, aldus politiewoordvoerder Frans Zuiderhoek. Volgens hem zullen de resultaten van het onderzoek in december worden bekendgemaakt.

Mike van de Wiel, veiligheidsman bij transportbedrijf Van den Bosch, zegt dat in samenwerking met het landelijk opleidingsinstituut VTL uit Alphen aan den Rijn bijscholingscursussen voor de chauffeurs worden gegeven. „Dat is nu nog niet verplicht. Vanaf 2007 moeten wij ze ieder jaar een dag trainen in brandstofbesparing, schadepreventie en het vastzetten van de lading.”

Volgens Van de Wiel -die niet wil zeggen hoeveel ongevallen er jaarlijks gebeuren met vrachtwagens van Van den Bosch- organiseert het transportbedrijf de lessen nu al. De kosten van de praktijktraining bedragen 360 euro per persoon. „De theorietraining regelen we zelf, dus dat is goedkoper. Maar hoeveel dat kost, houden we liever intern.” Van de Wiel zegt dat ook andere transportbedrijven al bijscholing regelen voor hun chauffeurs.

De ongelukken gebeuren volgens Van de Wiel vooral tijdens het manoeuvreren, het wisselen van rijbaan en bij kopstaartbotsingen. „De chauffeurs moeten zich ervan bewust zijn hoe en welke ongevallen ze kunnen voorkomen.”

Om de theorie- en praktijklessen op elkaar af te stemmen, rijdt theorie-instructeur Roelof van Heyst van Van den Bosch samen met Cees Sluyter van Verkeersschool Kees van Iersel op een heldere zomerdag een rondje in het oosten van Brabant. Terwijl Van Heyst het stuur van de Volvo FA12-truck stevig in handen houdt, legt Sluyter uit dat gedragsverandering hét punt is waaraan geschaafd moet worden. „Als een automobilist een fout maakt, moet je als professionele chauffeur niet agressief reageren.”

De instructeur kent een chauffeur die kentekens van vrachtwagens opschreef als de collega’s domme fouten maakten. „Hij wilde die trucks dan later een keer van de weg rijden. Zo hoort het niet.”

Beide instructeurs hameren op het ver vooruitkijken. Sluyter: „Je ziet dat er in de verte lantaarnpalen zijn, wellicht is daar ook een kruispunt of rotonde. Daar kun je je dan al op voorbereiden, zodat je bij de kruising meer ontspannen kunt sturen en afstand kunt houden met een voorligger.”

Volgens Sluyter zijn kopstaartbotsingen en kantelende vrachtauto’s de oorzaken van grote vrachtwagenongevallen. „Als een truck net de berm raakt, trekt hij zichzelf door zijn gewicht tegen de grond. Daarom moeten de chauffeurs goed letten op de strepen op de weg.” Hij wijst naar de onderbroken streep op de weg. „Omdat hier geen zijlijnen zijn, is de weg niet breder dan 6 meter. Daar moet een chauffeur rekening mee houden.”

Kopstaartbotsingen worden volgens de rijinstructeur veroorzaakt door de drukte op de Nederlandse wegen. Vrachtwagenchauffeurs moeten voldoende afstand tot hun voorligger houden. Vaak schiet een automobilist het gat in, waardoor er nog maar zo’n 6 meter tussenruimte is voor de truck. „De bestuurder van een vrachtwagen heeft 15 meter nodig om te reageren. Als hij de remlichten van zijn voorganger ziet, zit hij er direct bovenop.”

Volgens Van Heyst gebeuren er ook veel ongelukken waarbij Oost-Europese chauffeurs betrokken zijn. „Veel Nederlandse bedrijven hebben buitenlandse chauffeurs omdat ze goedkoper zijn. De eisen zijn daar ook lager, ze moeten voor hun diploma bij wijze van spreken twee keer een rondje om de kerk rijden en zijn dan al klaar. De normen liggen in Nederland gelukkig veel hoger.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer