„Sociale wetgeving niet afgedwongen door revolutie 1918
De sociale wetgeving die na 1918 tot stand kwam, is niet afgedwongen door het revolutionaire arbeiders– en soldatenoproer in november van dat jaar. En ook niet door de sociaal–democraat Troelstra, zoals tot nog toe altijd is aangenomen.
Die wetgeving kwam evenals het vrouwenkiesrecht tot stand onder de bezielende leiding van de toenmalige katholieke premier Charles Ruys de Beerenbrouck, die al twintig jaar op de bres stond voor het bestrijden van sociale mistoestanden.
Dat schrijft de Sittardse historicus J. Stassen in zijn donderdag in Maastricht gepresenteerde boek over de eerste Limburgse en katholieke premier in een verzuild Nederland.
Oud–premier Lubbers nam donderdag in het Maastrichtse stadhuis het eerste exemplaar van het boek in ontvangst. Lubbers ziet naar eigen zeggen in Ruys de Beerenbrouck een inspiratiebron. Jonkheer Ruys de Beerenbrouck (1873–1936) was volgens de schrijver van het boek een sociaal bewogen politicus die zich sterk maakte voor de oprichting van (katholieke) arbeidersorganisaties zoals de Mijnwerkersbond en voor sociale wetgeving en minimumloon ijverde. Ook het Groene Kruis is mede aan hem te danken.
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog ontstond in Nederland een hongeroproer, in oktober van dat jaar gevolgd door soldatenoproer in twintig kazernes. Op 10 november eisten de socialisten vrouwenkiesrecht en de acht–urige werkdag. Een dag later riep Troelstra in Rotterdam de bevolking op tot revolutie, maar op 12 november werd die revolutie door regeringsgetrouwe troepen in de kiem gesmoord.
Volgens veel historici was de gevestigde orde door deze „Roode Week" zo geschrokken, dat snel het vrouwenkiesrecht werd ingevoerd en de sociale wetgeving tot stand kwam. Maar volgens Stassen zou Ruys de Beerenbrouck ook zonder die revolutionaire oproer sociale wetten hebben doorgevoerd.
Lubbers roemde zijn voorganger als een aimabel en vroom man, die zich inzette voor het verbeteren van de samenleving. „Toen in 1918 overal in Europa revoluties uitbraken, was iedereen benauwd om minister–president van Nederland te worden. Maar Ruys durfde en werd zo de eerste katholiek die met de protestanten een coalitie aanging", aldus Lubbers. „In die zin was hij een voorbeeld voor het latere CDA".
Ruys was elf jaar premier en nam de socialisten veel wind uit de zeilen door zijn sociale beleid. De socialisten bespotten hem met liedjes als „Wie maakt onze centen zoek, dat is Ruys de Beerenbrouck".