„Breid zeggenschap binnen Defensie uit”
Defensie zou er goed aan doen medezeggenschap uit te breiden tot de ambtelijke voorbereiding van beleidsbeslissingen. Verder moet de politieke en ambtelijke top van de defensie-organisatie aansturen op een positieve houding ten opzichte van inspraak. De cultuur onder leidinggevenden moet veranderen.
Dat zijn enkele van de aanbevelingen in het rapport van professor dr. ir. R. Goodijk van de Rijksuniversiteit Groningen aan staatssecretaris Van der Knaap van Defensie. Het rapport werd woensdag aan de Tweede Kamer aangeboden.
Goodijk was gevraagd advies uit te brengen over het functioneren van de medezeggenschap binnen de defensie-organisatie. Eerder dit jaar ontstond nog een conflict tussen minister Kamp en de Tweede Kamer over de vraag in hoeverre medezeggenschapscommissies zelfstandig Kamerleden mochten benaderen met hun grieven.
In zijn rapport stelt Goodijk dat medezeggenschap binnen defensie zich nu voornamelijk beperkt tot de uitvoering van het beleid en de personele gevolgen. Inspraak op belangrijke onderwerpen als investeringsbeslissingen en reorganisaties binnen onderdelen vallen daar niet onder terwijl het regime daar wel ruimte voor laat.
Defensie is „geen gemakkelijke organisatie om medezeggenschap te bedrijven”, concludeert Goodijk. Dat ligt deels aan het specifieke karakter van de organisatie, maar ook aan de ’cultuur’ binnen de organisatie.
In zijn advies stelt hij dat medezeggenschap niet bedoeld is om achteraf politieke besluiten ter discussie te stellen. De medezeggenschapscommissies zou ook niet in eerste instantie naar de politiek moeten lopen om zaken aan te kaarten, zoals de motie van het PvdA-kamerlid Eijsink bepleit.
Goodijk vindt echter wel dat de commissies het recht hebben vooraf op de hoogte te worden gesteld wat er gaat spelen en zo mogelijk invloed moeten kunnen uitoefenen op de omstandigheden of de afwegingen van het besluit. „Goede medezeggenschap in vredestijd bereidt het personeel voor op vertrouwen in leiderschap tijdens operationele acties”, stelt de Groningse professor.
Van der Knaap heeft zijn reactie op het advies opgeschort. Eerst wil hij nog een aanvullende visie van Goodijk op de feitelijke inrichting van de medezeggenschap binnen Defensie gericht op de toekomst.