Binnenland

OM onder vuur in zaak-Kleiss

Het openbaar ministerie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) liggen zwaar onder vuur in verband met de zaak van het vermoorde meisje Nienke Kleiss. Justitie zou cruciaal bewijsmateriaal hebben verzwegen, waardoor Cees B. vier jaar lang ten onrechte in de cel zat. Politiek Den Haag is in rep en roer. Minister Donner werd dinsdag in de Tweede Kamer ter verantwoording geroepen.

Binnenlandredactie
5 September 2005 20:52Gewijzigd op 14 November 2020 02:55

Tv-programma Netwerk meldde maandagavond dat het OM en het NFI jarenlang cruciaal DNA-bewijs hebben achtergehouden in de zaak van de vermoorde Nienke Kleiss. Medewerkers van het OM wisten al jaren dat Cees B., die in eerste instantie is veroordeeld voor de moord op het 10-jarige meisje, nooit de dader kon zijn.

Nienke Kleiss werd in juni 2000 vermoord in een park in Schiedam. Haar vriendje raakte zwaargewond. Aanvankelijk bekende Cees B. de moord, later trok hij de bekentenis weer in.

Tot in hoger beroep werd hij veroordeeld tot achttien jaar cel en TBS. De zaak nam een spectaculaire wending toen misdadiger Wik H. vorig jaar bekende het meisje te hebben vermoord. Daarop kwam Cees B. vrij. DNA-onderzoek wees in de richting van Wik H. Deze man is in april veroordeeld tot twintig jaar cel en TBS.

In het justitieonderzoek naar Cees B. speelde DNA-materiaal een grote rol. Volgens Netwerk wisten het NFI, de aanklagers van het OM die de zaak bij de rechtbank en het gerechtshof behandelden en het college van procureurs-generaal dat het DNA-materiaal dat was aangetroffen op de moordplek onmogelijk van Cees B. kon zijn. Het OM hield deze informatie echter geheim. De advocaat van B. en de rechters kregen de stukken nooit te zien.

Het NFI liet de cruciale informatie achterwege in het eindrapport dat aan de rechters werd gepresenteerd. Ook een getuige-deskundige van het NFI die tijdens de rechtszaak werd gehoord, legde een onvolledige getuigenis af.

Bovendien zouden honderden justitiemedewerkers van het bestaan van de voor B. ontlastende informatie op de hoogte zijn geweest. Dit werd met hen gedeeld tijdens vertrouwelijke justitiepresentaties door een NFI-medewerker waar de Schiedammer parkmoord als voorbeeldzaak diende.

Een van de toehoorders bij zo’n presentatie was politiepsycholoog H. Timmerman, toen nog werkzaam bij het zogeheten ”cold case”-team van de politie Groningen. Hij toonde zich „verbijsterd” en trok intern tevergeefs aan de bel. Het feit dat hij met Netwerk praatte, heeft geleid tot zijn ontslag.

Raadsman J. Taekema, de advocaat van B., heeft voor de rechtbank en het hof altijd volgehouden dat het OM zijn cliënt er in heeft geluisd. Hij gaat nu bekijken of het mogelijk is aangifte te doen tegen vertegenwoordigers van het NFI en het OM om ze strafrechtelijk te vervolgen.

Rechtspsycholoog prof. P. van Koppen hekelt de rol van het NFI. Het woord van het NFI is voor de rechter „heilig”, zegt hij in Netwerk. Maar alleen het OM kan een beroep doen op het NFI voor onderzoek. Advocaten moeten hun heil elders zoeken. Het NFI „loopt aan het handje” van politie en OM, aldus Van Koppen.

Volgens hem is opzettelijk informatie achtergehouden. Enkele jaren geleden schreef hij een boek over de Schiedammer parkmoord, waarin hij de juistheid van de veroordeling van B. ernstig in twijfel trok.

Volgens een woordvoerder van het college van procureurs-generaal, de top van het OM, is er geen bewijs voor het achterhouden van bewijs in de zaak. „De advocaat-generaal (de vertegenwoordiger van het OM, red.) heeft geen onderzoeksresultaten van het NFI ontkend. Zij heeft in haar requisitoir de deskundige van het NFI gevolgd in zijn uitspraken ter zitting.” Het college komt binnenkort met de conclusies van een onderzoek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer