Kamer: Turkse verklaring moet van tafel
Een meerderheid van de Tweede Kamer van CDA, VVD, SP, ChristenUnie en SGP eist dat Turkije een verklaring van vorige maand intrekt dat het EU–lidstaat Cyprus niet erkent. Gebeurt dat niet, dan kan op 3 oktober niet begonnen worden met onderhandelingen over toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Dat bleek woensdag in een debat in de Tweede Kamer.
Minister Bot van Buitenlandse Zaken gaat niet zo ver. Voor hem is van groter belang dat Turkije zich houdt aan het douaneverdrag met de EU en Cypriotische schepen toelaat tot Turkse havens. Pas als dat niet gebeurt, mogen de toetredingsonderhandelingen van Bot niet beginnen.
Bot kreeg alleen de steun van oppositiepartijen PvdA en Groenlinks. Bot zei na afloop van het debat wel dat Turkije „een groot probleem” heeft als het tot 3 oktober blijft herhalen dat het Cyprus niet erkent.
In de Kamer was de kritiek op Turkije fors. „Schending van de afspraken”, zei het CDA. „Schending van het vertrouwen, dit mogen we niet aanvaarden”, aldus de VVD. „Een regelrechte provocatie van de EU”, aldus de SP.
Bot hield de Kamer voor dat de EU nooit van Turkije geëist heeft dat het vóór 3 oktober officieel en expliciet Cyprus erkent. Dat moet wel gebeuren tijdens de onderhandelingen, die wel tien tot vijftien jaar kunnen duren. Formeel heeft Turkije voldaan aan alle voorwaarden die vorig jaar december zijn gesteld op de Europese top onder voorzitterschap van premier Balkenende, zei Bot.
Turkije voldeed vorige maand aan een belangrijke eis voor het begin van de onderhandelingen toen het het zogeheten Ankara–protocol ondertekende, dat de douane–unie tussen Turkije en de EU uitbreidt met de tien nieuwe EU–landen, waaronder Cyprus. De EU ziet dat als een impliciete erkenning door Turkije van Cyprus, maar de Turkse regering legde direct na het tekenen van het protocol een verklaring af dat het Cyprus niet erkent.
De ministers van Buitenlandse Zaken van de 25 EU–landen zullen naar verwachting donderdag tijdens hun informele beraad in het Verenigd Koninkrijk zelf een verklaring aannemen die de Turkse verklaring van vorige maand afwijst. Verder zal de EU herhalen dat de handtekening onder het Ankara–protocol door de EU wordt opgevat als een impliciete erkenning van Cyprus.