Bot: Turkse verklaring was teleurstellend
In politieke zin teleurstellend. Dat is het Nederlandse oordeel over de verklaring van Turkije dat het Cyprus niet erkent. Turkije legde die verklaring eind vorige maand af toen Ankara de douane–unie met tien nieuwe EU–landen, waaronder Cyprus ondertekende. De ministers van Buitenlandse Zaken van de 25 EU–landen praten donderdag en vrijdag informeel over Turkije en Cyprus.
Het tekenen van de douane–unie was een voorwaarde van de Europese Unie aan Turkije om op 3 oktober te kunnen beginnen met onderhandelingen, die op termijn (naar schatting tien tot vijftien jaar) kunnen leiden tot toetreding van Turkije tot de EU.
Nederland vindt de Turkse verklaring van vorige maand in politieke zin teleurstellend, aldus minister Bot (Buitenlandse Zaken) in een brief aan de Tweede Kamer. Maar tegelijkertijd doet de verklaring „in formele zin niet af aan de betekenis van de ondertekening" van het protocol met de EU. De juridische waarde van het protocol wordt niet aangetast door de verklaring van Turkije, meent Nederland. Het protocol werd in december op de EU–top onder leiding van premier Balkenende getekend.
Ankara erkent alleen het door Turkije gedomineerde Turkse deel van Cyprus, niet de door Grieks–Cyprioten bewoonde republiek Cyprus. Turkije viel Cyprus in 1974 binnen en houdt sindsdien het noorden van het eiland bezet. Ankara stichtte er een internationaal niet–erkende republiek.
Het dossier Turkije–Cyprus is het belangrijkste onderwerp op de halfjaarlijkse informele ’Gymnich’–vergadering van de EU–ministers van Buitenlandse Zaken, donderdag en vrijdag in het Verenigd Koninkrijk. Andere agendapunten zijn onder meer de relatie met Rusland, het nucleaire dossier Iran, de eventuele uitbreiding van de EU met Kroatië en het vredesproces in het Midden–Oosten.