Scepsis over verplichte stage
Vrijwilligerswerk in een sportkantine, bejaardentehuis of peuterspeelzaal. De leerlingen van 131 middelbare scholen voeren dit schooljaar een maatschappelijke stage uit. Op het Sint Maartenscollege in Voorburg overheerst de scepsis. „Is dit bedoeld om ons iets te leren of om het tekort aan werkers in de zorg op te vangen? Dat gebeurt dan mooi gratis.”
De leerlingen stelden hun kritische vragen in alle openheid aan minister Van der Hoeven van Onderwijs toen zij woensdagmiddag het schooljaar kwam openen. „Wij moeten gewoon de gaten opvullen die men anders niet vol krijgt”, stelt Charlot Sanders. Ze vindt de maatschappelijke stage maar niets. Klasgenoot David ziet echter voordelen: „Je leert je inleven in andere mensen en je doet ervaring op die later van pas komt. Het staat ook leuk op je cv.”
In de kring waarin Van der Hoeven is aangeschoven, roeren vooral de tegenstanders zich. „De school had dit niet verplicht moeten stellen, en zeker niet om het in je vrije tijd te doen. Als je hobby of je bijbaantje te veel tijd vergt, zou je vrijstelling van je maatschappelijke stage moeten kunnen krijgen.”
„Wie doet er al iets aan vrijwilligerswerk?” wil de minister weten. Twee jongens zijn sporttrainer; verder blijft het stil.
De bewindsvrouw legt uit dat het plan voortvloeit uit een suggestie tijdens het Nationaal Jongerendebat van twee jaar geleden. Dit jaar draaien 131 scholen proef en ze hebben daarvoor elk 15.000 euro gekregen. Volgend jaar wordt dat aantal scholen verdubbeld. Als de proef slaagt, is vanaf 2007 dit bedrag voor alle scholen beschikbaar. Leerlingen uit de hoogste klassen kunnen bijvoorbeeld jongeren trainen op de eigen sportclub, zich inzetten in het peuterwerk of internetles geven aan ouderen. De vierdejaars havo en vwo van het Sint Maartenscollege steken er twintig uur in.
Volgens de Onderwijsmeter 2005 vinden de meeste Nederlanders het een goed idee als leerlingen in het voortgezet onderwijs verplicht stage lopen. Dat zou de maatschappelijke betrokkenheid van de scholieren vergroten, vindt een meerderheid. Van der Hoeven heeft het onderzoek woensdag naar de Tweede Kamer gestuurd.
„Het gaat om jullie ontwikkeling, die staat voorop”, houdt ze de leerlingen voor. „Dat je er tegelijk andere mensen een plezier mee doet, is mooi meegenomen. Het hoort bij je ontwikkeling dat je ook iets anders doet dan alleen maar leren op school.”
„Alle docenten zeggen: Dit is goed voor je. Maar hebben ze zelf wel eens zoiets gedaan?” wil een leerling weten. „Als klein kind al: centjes ophalen voor de zending. Daar kreeg je dan een toffee voor”, meldt een oudere docente.
„Ha, dat was dus niet echt vrijwilligerswerk, zonder beloning”, roept de leerling. Van der Hoeven: „Ik hoop dat jullie er achteraf heel positief over zullen zijn.”
Het Sint Maartenscollege bestaat dit jaar een halve eeuw; daarom kwam de minister woensdag op bezoek. „Het is de derde achtereenvolgende keer dat ik ergens een schooljaar open. Dat begint een goede traditie te worden.” Niet zonder trots meldt de rector dat na de onderwijsministers van Noord-Rijnland-Westfalen en de Verenigde Staten nu de eigen minister op bezoek is.
De Voorburgse school (1050 leerlingen) begon het jaar met een eucharistieviering. „Zo moet een school werk maken van zijn identiteit”, zegt de minister. „Als je je rooms-katholiek noemt, laat het dan zien. Je kunt niet een naam dragen en er verder niets mee doen. Het is van belang om de verschillende geestelijke stromingen te leren kennen. Dat versterkt het begrip en respect.”
Van der Hoeven kondigde aan in november 2006 voor het eerst een prijs voor het beste studiehuis te zullen uitreiken. Het is niet aan de docenten, maar aan de leerlingen om hun school daarvoor te nomineren.