Dierenarts bedreigd om rechtszaak ophokplicht
Dierenarts R. Plantema uit Hardenberg is in de aanloop van een rechtszaak tegen minister Veerman (Landbouw) over de ophokplicht twee keer bedreigd. Dat stelde hij woensdag na afloop van het kort geding bij de rechtbank in Den Haag.
De daders belden op met de mededeling: „Plantema, we weten je te vinden". De dreigementen hebben de dierenarts er niet van weerhouden de rechtszaak voor een ophokplicht ook voor hobbydierhouders door te zetten.
In de ophokplicht voor pluimvee, die maandag inging, maakt Veerman een uitzondering voor een aantal groepen dieren. Fazanten, vogels in dierentuinen, siervogels als papegaaien en parkieten en kippen en ander pluimvee bij mensen in de achtertuin, de zogenoemde hobbydieren, hoeven niet per sé naar binnen tijdens de vogeltrek. Wel adviseert de minister dringend de dieren te beschermen tegen contact met wilde (trek)vogels.
Plantema vindt dat de uitzondering geschrapt moet worden: alle dieren die in contact met de trekvogels het vogelgriepvirus kunnen krijgen en verspreiden moeten naar binnen, betoogde zijn raadsman, advocaat J. Boone voor de Haagse rechter. De dierenarts voegde hieraan toe, dat juist kleinere groepen dieren voor een onopvallende verspreiding van het virus kunnen zorgen. Daar waar de ziekte zich op een pluimveebedrijf met honderden dode kippen concreet manifesteert, kan de gevreesde ziekte in de achtertuintjes of bijvoorbeeld op een kinderboerderij „sluimerend" om zich heen grijpen.
Landsadvocaat mr. G. Houtzagers benadrukte namens de Staat dat de ophokregeling inclusief uitzonderingen tot stand is gekomen op advies van de „grootste deskundigen" in Nederland op dit gebied. „Dat advies was unaniem". De adviseurs stellen dat de kans op besmetting van hobbydieren door trekvogels veel kleiner is dan voor de duizenden kippen op de pluimveebedrijven.
Uitspraak donderdag.