„Wie ben ik om dit tegen te houden?”
Hij kan zich er nog niet erg druk over maken dat de polder Rijnstrangen wellicht aangewezen wordt als noodoverloopgebied voor de Rijn. Zijn boerderij staat op een terp, die blijft wel droog. „Maar in Den Haag veranderen de plannen soms zomaar weer.”
De commissie-Luteijn heeft na lang wikken en wegen gesproken: de Ooijpolder, de Rijnstrangen en de Beerse overlaat zijn in haar advies aangewezen als noodoverloopgebieden voor Rijn, Waal en Maas.
Alwin Sloot, boer in het Rijnstrangengebied bij Lobith, wordt er nog niet direct warm of koud van. Hoewel er bij de koffie in de keuken verschillende namen vallen van buren in de omtrek die natte voeten zouden kunnen krijgen, is Sloot „vrij nuchter.” „Tien jaar geleden was de overheid hier druk met het natuurproject Gelderse Poort. Alle boeren zouden hier weg moeten om ruimte te maken voor natuurgebieden. Verschillende collega’s zijn inderdaad gegaan en hebben hun boerderij verkocht. Ondertussen zit ik hier nog steeds. De plannen in Den Haag veranderen nogal eens.”
Weidse landerijen, doorsneden met zijtakken van de Rijn, vormen het uitzicht van de boerderij van Sloot. Vroeger ging het water van de Oude Rijn, een zijtak hier vlakbij, op en neer met het water van de Rijn. „Mijn moeder heeft in ’54/’55 een overstroming meegemaakt. Sinds de jaren ’70 is er een gemaal dat het waterniveau van de Oude Rijn regelt.” Steenfabrieken hebben het gebied voor een groot gedeelte ontgrond.
„Zou Rijnstrangen inderdaad overloopgebied worden, dan moeten er nog wel wat dijken worden aangelegd om te voorkomen dat onder andere het dorp Spijk onderloopt. Ik denk dat ze dan bij Spijk een gat in de Rijndijk zullen maken met daarin een stuw. Als ze die openzetten, dan loopt de Oude Rijn vol en vervolgens loopt het land onder water tot aan Westervoort en Zevenaar.”
De oude boerderij van Sloot -een statig, hoog huis met stallen erbij- staat op een terp. Hij moet toegeven dat dat wel een rol speelt in zijn nuchtere opstelling. „De grond in het gebied ligt op circa 11 à 12 meter boven NAP. Het woonhuis op ruim 16 meter. Dat is ook ongeveer het niveau van extreme waterhoogten in de Rijn bij Lobith. Wij houden in huis dus wel droge voeten.”
Voor het gebied waarin hij woont kan een overstroming behoorlijke gevolgen hebben. „De bevers, dassen, vossen, reeën en hazen maken zich wel uit de voeten. Maar de planten gaan er vast niet mooier door bloeien.”
Voor de 70 hectare grond die bij de boerderij hoort -Sloot heeft veertig koeien en verbouwt verder suikerbieten, witlof, wintertarwe en maïs- kan hij de schade niet direct aangeven. „Veel zal afhangen van onder meer het seizoen en van de duur van de overstroming. Als de maïs die ik voor het vee verbouw, verloren gaat, moet ik later weer nieuw kopen. Een schadepost van enkele tienduizenden euro’s is er dan zomaar. Gaat er een hele oogst verloren, dan praat je over tonnen. Wat gebeurt er als er een smerige drab achterblijft op de grond? Krijgt het vee dan slecht gras te eten? Wil de melkfabriek dan mijn melk nog wel afnemen? Er zijn dus veel onzekerheden.”
Hoewel er dus behoorlijke risico’s zijn te bedenken, is Sloot anderzijds ook nuchter. „Men zegt dat een onderwaterzetting slechts eenmaal in de 1250 jaar voor zal komen. Dat kan natuurlijk morgen het geval zijn, maar waarschijnlijk is dat niet. En ik ben nogal goed van vertrouwen. Als zo’n commissie dit gebied aanwijst, zal ze er best wel goed over nagedacht hebben. En als dit plan dient ter bescherming van duizenden mensen, wie ben ik dan om dit tegen te willen houden? Ik ga er wel van uit dat de overheid passende maatregelen neemt om ons te helpen in geval van nood en onze schade ook ruimhartig vergoedt. In 1998 is de compensatie voor oogstschade echt zo krap mogelijk berekend. Het boeren gaat tegenwoordig toch al op het scherp van de snede. Misschien is het beter alles van tevoren te laten taxeren.”
De 41-jarige boer, die op deze plaats geboren is -„Opa begon hier in 1933”- zal niet direct het Kootwijkse voorbeeld volgen en de barricaden opgaan om zijn bezit te verdedigen. Hem is ook niet bekend of zijn buren in die richting denken. „We moeten eerst maar eens wachten tot er meer duidelijkheid is.”
Ziet Sloot ook alternatieven? „Misschien zijn er wel andere, dunner bevolkte gebieden in Duitsland te vinden die meer in aanmerking komen als noodoverloopgebied. Maar mogelijk geeft het me ook wel een heroïsch gevoel, zo in m’n eentje op een terp in het water.”