Romy van Buuren werd in 1997 samen met haar 19–jarige moeder Marion van Buuren vermoord. Romy was het dochtertje van Ozgürs in 1998 overleden broer Okan, van wie wordt aangenomen dat hij Romy en Marion heeft vermoord.

Moeder en dochter stonden ruim vijf jaar lang te boek als vermist. Op aanwijzing van Ozgür trof de politie hun dode lichamen eind juli 2002 aan in het duingebied tussen Bergen en Egmond.

Aanvankelijk gold Ozgür, die zijn verhaal uit wroeging opbiechtte aan de ouders van Marion van Buuren, voor politie en justitie als getuige. Dat veranderde toen bleek dat hij verschillende verklaringen had afgelegd.

Bij de politie zei Ozgür dat zijn oudere broer hem circa een maand na de verdwijning van moeder en dochter op 8 juni 1997 had gewezen waar beide lichamen lagen begraven. Tegen de familie Van Buuren zei hij echter dat hij erbij was toen zijn broer Romy om het leven bracht. Marion zou op dat moment al zijn overleden.

Op basis van de verklaring van de familie Van Buuren eiste justitie in Alkmaar in mei 2003 vijf jaar cel tegen Ozgür O. De rechtbank sprak hem echter vrij. Zelfs als hij erbij was geweest, zou zijn passieve houding hem niet strafbaar hebben gemaakt, oordeelde de rechtbank. Advocaat–generaal C. van Beuningen vond dat de rechtbank zich daarmee „te gemakkelijk" van de zaak had afgemaakt.

Het gerechtshof in Amsterdam kwam vervolgens wel met een veroordeling. De raadsheren rekenden het de man zwaar aan dat hij geen poging heeft gedaan een weerloos kind te beschermen tegen zijn broer. Ozgür heeft zijn broer, van wie hij wist dat het een agressief mens was, alle mogelijkheden geboden zijn kind om te brengen, oordeelde het hof.

Dat is overigens van mening dat Okan O. opzettelijk en met voorbedachten rade Romy om het leven heeft gebracht. O. stierf in mei 1998 in een gevangenisziekenhuis aan de gevolgen van kanker zonder ooit een woord te hebben losgelaten over de verdwijning van Marion en Romy.