Limburgse biobrandstof accijnsvrij
De Limburgse coöperatie van koolzaadtelers Carnola mag volgend jaar 3 miljoen liter biobrandstof verkopen zonder accijns. De coöperatie heeft hiervoor toestemming gekregen van het ministerie van VROM, meldde secretaris P. van Meegen dinsdag.
De toestemming geldt voor koolzaadolie of zogenoemde ppo (pure plantaardige olie). Die biobrandstof is dankzij de accijnsverlaging per liter 10 tot 15 eurocent goedkoper dan gewone diesel. Volgens een woordvoerster van het ministerie van VROM valt de toestemming onder de zogenoemde experimentenregeling. Die is bedoeld om nieuwe ontwikkelingen te stimuleren.
De toestemming voor de Limburgse telersgroep staat los van de kabinetsplannen voor biodiesel en bio-ethanol. In het Belastingplan 2006 zal de regering op Prinsjesdag ontvouwen op welke manier het Rijk het gebruik van deze biobrandstoffen vanaf volgend jaar wil stimuleren, zo liet minister Veerman van Landbouw vorige week in een brief aan de Tweede Kamer weten.
Ppo is geen biodiesel, dat diesel met een deel koolzaadolie is. Om een auto op ppo te kunnen laten rijden, is een aangepaste motor vereist. Van Meegen ziet toch mogelijkheden om deze biobrandstof te verkopen, zeker gezien de stijgende benzineprijzen. Daarnaast rijden al aangepaste wagens rond op ppo. „De gemeente Venlo is onze grootste klant”, aldus de secretaris.
De Limburgse coöperatie produceert volgens Van Meegen momenteel eentiende van de drie miljoen liter waarvoor vrijstelling van accijns is gegeven. „Het zit allemaal nog in de opstartfase.” De coöperatie wil het koolzaad graag op Limburgse bodem verwerken tot ppo en niet meer zoals nu bij een Duitse molen. In Lottum wordt daarom een oliemolen gebouwd die volgens plan half augustus klaar moet zijn. Om daarnaast de productie op te schroeven, organiseert Carnola dinsdagavond een bijeenkomst waar de huidige leden hun contract kunnen verlengen en nieuwe telers zich kunnen aanmelden.