„Nederlands zal niet verdwijnen”
„Het Nederlands heeft als centrumtaal weinig te duchten van invloeden van andere talen zoals het Engels of Frans. Er is een wettelijke bescherming, de taal wordt nog actief gebruikt, het is de staatstaal die wordt gebruikt binnen de rechtspraak en het parlement.”
Dit zei prof. dr. A. de Swaan, emeritus hoogleraar sociale wetenschap, zaterdag tijdens de jaarvergadering van de Landelijke Vereniging voor Neerlandici (LVVN). De situatie verandert volgens hem dat de Nederlandssprekenden zich niet meer verzetten tegen het gebruik van een andere taal op niveaus waar het Nederlands tot dan toe heel normaal was.
De status van het Nederlands is in Europees verband goed vastgelegd. Het Engels wordt in de Europese Unie steeds belangrijker en heeft de status van eerste officiële taal. Het Frans volgt als tweede. Dit lijkt vooral een gevolg te zijn van het Fransgeoriënteerde Europese Hof van Justitie. Alleen in Centraal- en Oost-Europa lijkt de positie van het Engels nog niet helemaal te zijn uitgekristalliseerd. De rol van het Russisch is daar zo goed als uitgespeeld.
Dat Duits aan het rijtje toptalen wordt toegevoegd, lijkt twijfelachtig. In dat geval zullen ook Italiaans en Spaans een plaats claimen. Dat heeft een nog grotere verwarring binnen het Europees Parlement en de ambtelijke diensten tot gevolg, aldus De Swaan.
Het Nederlands lijkt gevoelig te zijn voor invloeden van buitenaf. Zoals een waterschap een dijkwacht instelt om de dijken te controleren, zo pleit De Swaan voor een „taalwacht” om na te gaan waar de lekken in een taal zullen ontstaan.
Niemand heeft bezwaar tegen de opmerking ”Schat staat de Bokma koud”, aldus De Swaan. „Het wordt anders als een werknemer, die op zijn werk als voertaal Engels gebruikt, dezelfde zin in de privé-sfeer in het Engels zou verwoorden: ”Darling is the Bokma cold already?” Op zo’n moment is er sprake van een ’taallek’. De vreemde taal heeft kans gekregen om op een ander niveau binnen te dringen.
Scholieren lijken zich inmiddels in steeds ruimere mate van het Engels te bedienen, dat blijkt bijvoorbeeld uit de sms-berichten die scholieren elkaar versturen, de boodschappen worden steeds vaker in het Engels geformuleerd. Neerlandici bleken het tijdens de discussie er niet over eens te zijn of dit een positieve ontwikkeling is.