Elke week bereiken de inlichtingendiensten signalen dat terroristen iets van plan zijn in Nederland. „Er zijn geen concrete aanwijzingen over wanneer en hoe, maar het gedachtegoed van al-Qaida neemt een grote vlucht”, stelde Joustra zaterdag in een interview met het Algemeen Dagblad. „Mensen die geaard zijn in Nederland trekken zich op aan die denkbeelden. Er is sprake van een snelle radicalisering. Daarom spreken we inmiddels van een substantiële dreiging. En gezien de recente ontwikkelingen zal dat nog wel een paar jaar zo blijven.”

De radicalisering slaat vooral toe bij jongeren. Die nemen volgens Joustra via internet gevaarlijke teksten tot zich, waardoor ze „een zorgwekkende geestelijke ontwikkeling doormaken.” De inlichtingendiensten letten ook steeds vaker op moslimvrouwen en tot de islam bekeerde autochtonen. „Zij wonen en werken hier, maar verwerpen onze maatschappij.”

Joustra, leider van het Nationaal Coördinatiecentrum Terrorismebestrijding (NCTb), denkt dat het hoog tijd is voor een informatiecampagne die is gericht op allochtone groepen. De waarden van de Nederlandse samenleving moeten hun nog eens goed duidelijk worden gemaakt, vindt hij. „Dat lijkt me niet overbodig.”

De NCTb doet er alles aan om een terroristische aanslag te voorkomen. Verdachten worden in de gaten gehouden of gearresteerd en de beveiliging is op tal van plaatsen aangescherpt. Die maatregelen kunnen afdoende zijn, denkt Joustra. Het is volgens hem niet zeker dat er daadwerkelijk een aanslag zal plaatsvinden in Nederland.

Omdat zoiets echter niet valt uit te sluiten, vindt Joustra dat er in Nederland meer terreuroefeningen moeten worden gehouden. Overheden en bedrijven moeten daar meer werk van maken. „We hebben daarin nog steeds geen traditie zoals andere landen. Af en toe gebeurt er wel iets, zoals de grote oefening in de Amsterdam ArenA in april. Maar het is juist zaak om met grote regelmaat te oefenen. De omvang is dan minder belangrijk.”

CDA, VVD, PvdA en de Groep Wilders vinden dat minister Remkes van Binnenlandse Zaken gehoor moet geven aan de oproep van de antiterreurcoördinator om meer terreuroefeningen te houden. De bewindsman, die verantwoordelijk is voor rampenbestrijding, „moet de woorden van Joustra in daden omzetten”, aldus VVD’er Weekers. CDA’er Van Fessem vindt dat de uitspraken van een „gezaghebbend man als Joustra” niet mogen worden genegeerd.