Slachtoffer vliegramp overleefde aanslag WTC
Twee maanden geleden overleefde de Dominicaanse Hilda Yolanda Mayor de aanslag op het World Trade Center in New York. Maandag zat ze in de Amerikaanse Airbus die in dezelfde stad verongelukte. Die ramp overleefde ze niet.
Mayor werkte in een restaurant in een van de torens van het WTC, zo meldt de Washington Post. Het gebouw werd compleet verwoest nadat daar op 11 september twee gekaapte vliegtuigen naar binnen waren gevlogen. De eetgelegenheid waarin Mayor werkte, was gevestigd op de eerste verdieping van de 400 meter hoge toren. Mayor kwam toen met de schrik vrij.
Maandag vertrok ze naar haar vaderland met vlucht 587 van American Airlines. Ze zou er vakantie vieren met haar moeder en twee kinderen, die twee weken geleden al naar de Dominicaanse Republiek waren vertrokken.
Mayor was een van de vele Dominicanen die in New York de kost verdienen. Naar schatting wonen ongeveer een half miljoen mensen uit de Dominicaanse Republiek in de ”Big Apple”. Ze vormen een van de grootste immigrantengroepen in de stad. In de Dominicaanse Republiek zijn drie dagen van nationale rouw afgekondigd.
Ook op het schiereiland in Queens, waar de Airbus neerkwam, is de ramp met de Airbus erg hard aangekomen. Tientallen slachtoffers van de WTC-aanslag woonden daar. Sommigen van hen zijn nog niet eens begraven, want het bergen van de slachtoffers van de aanslag duurt nog voort.
Geschat wordt dat zo’n zeventig bewoners van de buurt Rockaway op 11 september de dood hebben gevonden. Onder hen waren brandweerlieden, politiemannen en werknemers van het effectenhuis Cantor Fitzgerald, dat in het World Trade Center was gevestigd.