Lessen van de Syriër en Mohammed B.
Aanvankelijk ziet niemand hem. Maar als zijn vrienden van de Hofstadgroep Samir A. op de publieke tribune ontdekken, zwaaien ze enthousiast naar hem. „Ik ben blij dat Mohammed levenslang heeft gekregen.”
Zijn arrestatie leidde in juni 2004 tot een nationaal terreuralarm. Hij zou aanslagen beramen op Schiphol, de Tweede Kamer en de kerncentrale in Borssele. Woensdag zat hij in een hoekje op de publieke tribune van de zwaarbeveiligde rechtbank in Rotterdam.
Terreurverdachte Samir A. kwam in april tot verbijstering van velen op vrije voeten. Gebrek aan bewijs, oordeelde de rechter. Het openbaar ministerie is tegen die uitspraak in beroep gegaan.
Hij is uiterlijk veranderd. Tijdens zijn proces in dezelfde Rotterdamse rechtszaal droeg hij nog een djellaba en had lang haar onder een gebreid petje. Nu heeft Samir stekeltjeshaar. Op zijn neus een modern brilletje. Hij is gekleed in een zwarte parka waarvan hij de capuchon af en toe ver over zijn hoofd trekt.
Dat zijn maat Mohammed B. deze week levenslang kreeg voor de moord op Theo van Gogh doet A. goed. „Ik ben blij voor Mohammed. Dit is wat hij wilde: zijn leven geven voor Allah. Het is niet de dood geworden, maar een leven lang in de gevangenis.” De vervolging van zijn vrienden van de Hofstadgroep vindt A. een politiek proces. „Ze zeggen wel van niet, maar het zijn weer de moslims die hier terechtstaan.”
A. maakt via het vuistdikke, geluiddichte glas dat het publiek van de rechtszaal scheidt met handgebaren contact, met name met Ismail A. en Jason W. Dit duo werd vorig jaar november na een belegering aangehouden in het Laakkwartier in Den Haag. Daarbij gooiden ze een handgranaat naar het arrestatieteam.
Volgens officier van justitie J. Plooy wilden de twee, getuige de afgeluisterde telefoongesprekken, hun gezamenlijke testament en hun kleding, die dag afscheid van het leven nemen. „Het lijkt sterk op hoe Mohammed B. het had bedacht: als martelaren sterven in een vuurgevecht met de politie.”
Ze hadden dat waarschijnlijk ook zo van B. gehoord; hij speelde een leidende rol binnen het netwerk. Deze constatering is voor het openbaar ministerie een van de belangrijkste pijlers om aan te tonen dat de Hofstadgroep daadwerkelijk een terroristische organisatie is. Mohammed B. moet ook in deze zaak terechtstaan, ook al kan hij niet meer straf krijgen dan de levenslange die hem deze week werd opgelegd.
Officier Plooy zei van de rechtbank een „principiële uitspraak te verwachten”, omdat het voor het eerst is dat jongemannen terechtstaan voor deelname aan een criminele organisatie met een terroristisch oogmerk. „Het zijn vrij gewone, onopvallende jongemannen, opgegroeid in de eigen Nederlandse gemeenschap. Wie zou ze voorheen in staat achten tot een terroristisch misdrijf? Maar kennelijk waren zij bezig zich in stilte een overtuiging te vormen die gruweldaden rechtvaardigt.”
Of het openbaar ministerie veel bewijzen in handen heeft werd woensdag nog niet duidelijk. „Er is niet meer dan dozen met gedachtegoed en één daad, namelijk de moord op Van Gogh”, aldus een van de advocaten.
Troef in handen van het OM zijn twee vrouwen: Martine van den O. en Soumaya S. Zij werden eind juni aangehouden samen met Nouredine el F., vermeend lid van de Hofstadgroep. In zijn bagage werd een doorgeladen machinepistool aangetroffen.
De vrouwen vertelden justitie over de zogenaamde huiskamerbijeenkomsten in Den Haag en Amsterdam. Een groep jonge mannen en vrouwen kreeg dan van „de Syriër” Abu K. les in de Tawheed, de strikte leer van de eenheid van Allah. Ook Mohammed B. was aanwezig, evenals andere verdachten van de Hofstadgroep. Bij afwezigheid van de Syriër verving Mohammed B. hem.
Voor aanvang van zo’n huiskamerbijeenkomst werden de sim-kaarten uit de mobiele telefoons gehaald, om afluisteren tegen te gaan. In de lessen werd niet direct opgeroepen tot de jihad, maar werd wel gezegd dat ongelovigen gedood moesten worden. Ketters en ongelovigen vormen een gevaar voor de ware moslims en moeten tot de dood bestreden worden. Een van de aanwezige vrouwen was bereid een zelfmoordaanslag te plegen.
Volgens officier Plooy is duidelijk dat alle verdachten deel hebben uitgemaakt van een groep die van plan was terroristische misdrijven te plegen. De meeste verdachten waren door hun arrestatie nog niet verder gekomen dan het bijeenkomen en volgen van lessen. „Maar dat een aantal van hen geen geweldsmisdrijven heeft gepleegd, maakt hen niet straffeloos. Zij waren eenvoudigweg nog niet zo ver, maar de basis, hun radicale overtuiging, was of werd gevormd.”
De rechtbank beslist vrijdag over de verlenging van de voorlopige hechtenis. Het proces gaat op 20 september verder. De inhoudelijke behandeling is voorzien voor december en januari.