Hij begrijpt de redenering van de rechtbank, die het gezien de standvastigheid van de verdachte in zijn antidemocratische ideologie niet reëel acht dat Mohammed B. (Bouyeri) ooit gebruik zal maken van dat kiesrecht. Van Heemst vraagt zich echter af waarom je het risico zou lopen dat B. zich op „een kwaaie dag" bedenkt en zich kandidaat stelt voor de Tweede Kamer. „Er zullen dan maar eens 60.000 gekken zijn die op hem stemmen", zei het Kamerlid.

Hij vindt het terecht dat B. tot een levenslange gevangenisstraf is veroordeeld. Van Heemst meent dat justitie B. nu op zo’n manier moet isoleren dat hij zijn „verderfelijke" ideeën op geen enkele manier op anderen kan overbrengen. „Hij mag het vergif niet verder verspreiden".

B. mag wat de PvdA betreft alleen nog in contact komen met mensen die niet gevoelig zijn voor zijn geloof. „Hij hoeft niet geïsoleerd te worden van de rest van de wereld, maar wel van hen die ontvankelijk zijn voor dergelijke ideeën", zei Van Heemst. Hij benadrukte verder dat het recht heeft kunnen zegevieren dankzij het „professionele optreden van de politie".

Ook wees Van Heemst erop dat de echte straf nog moet komen voor B., op het moment dat hij sterft. „Dan zal hij ontdekken dat de God waarin hij gelooft, niet bestaat. Er bestaat geen God die opdracht geeft anderen te vermoorden", zei Van Heemst.