Tot zes jaar cel voor Chinese afpersers
De rechtbank in Rotterdam heeft donderdag negen Chinese mannen celstraffen tot zes jaar opgelegd. De mannen, tussen de twintig en veertig jaar oud, hebben elf ondernemers bedreigd en afgeperst. De winkeliers, restauranthouders en snackbareigenaren moesten de bende geld afstaan om door hen „beschermd” te worden.
Drie van de mannen kregen zes jaar cel, een gaat voor vijf jaar achter de tralies. De rest kreeg lagere straffen. De politie hield de groep in januari aan. De mannen, van wie sommigen illegaal in Nederland verbleven, hadden het vooral gemunt op Chinese ondernemers. Bij verschillende afpersingen troggelden zij hun slachtoffers enkele honderden tot duizenden euro’s af.
In Rotterdam en het oosten van het land is wel vaker sprake van afpersing binnen de Chinese gemeenschap. Volgens een woordvoerster van justitie is het echter moeilijk in te schatten hoe groot het probleem is, omdat lang niet iedereen de afpersing meldt uit angst voor represailles.
Ook in deze zaak speelde angst een grote rol, aldus officier van justitie D. Woei A Tsoi. „De afpersingen en de pogingen daartoe moeten voor alle slachtoffers angstaanjagende ervaringen zijn geweest. En bij vrijwel alle aangevers zit de angst dat de afpersers terugkomen, diep geworteld”, zei de officier twee weken geleden bij de zitting.
De rechtbank sloot zich hierbij aan en stelde dat de mannen hebben gezorgd voor veel angst in de Chinese gemeenschap.
Justitie denkt dat meer ondernemers slachtoffer zijn geworden van afpersing door deze bende, zonder aangifte te hebben gedaan.
Dat de ondernemers in deze zaak wel bij de politie zijn geweest is volgens Woei A Tsoi uitzonderlijk: „De Chinese gemeenschap is een vrij gesloten gemeenschap die, zo is mijn indruk, vooral probeert haar eigen problemen zelf op te lossen. Het doen van aangifte bij de Nederlandse politie van afpersingen is dan ook een hele stap geweest.”