Gemeenten blokkeren monumentenregeling
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) wil de invoering van de nieuwe subsidieregeling voor rijksmonumenten blokkeren. Ze is er niet van overtuigd dat de nieuwe regeling, die vorige week naar de Tweede Kamer is gestuurd, tot vereenvoudiging en lastenvermindering leidt.
De nieuwe regeling, het Besluit Rijkssubsidiering Instandhouding Monumenten (BRIM), moet per 1 januari 2006 de regelingen voor restauratie en onderhoud vervangen. De VNG meent dat het Rijk met de invoering van het BRIM ten onrechte uitgaat van een situatie waarin de restauratieachterstanden zijn weggewerkt. Instandhouding komt pas ná restauratie.
Het BRIM is niet bedoeld om die restauratieachterstanden weg te werken, zegt de VNG, die becijferde dat de restauratieachterstand van rijksmonumenten 234 tot 240 miljoen euro beloopt. Zolang die achterstanden niet zijn weggewerkt, is de instandhoudingsubsidie voor veel monumenten onvoldoende, aldus de VNG.
Het nieuwe monumentenbeleid dupeert ook de kerken die hun ledental jaarlijks zien dalen, zegt mr. P. A. de Lange, voorzitter van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer in de Protestantse Kerk in Nederland. „De invoering van het BRIM dreigt door geldgebrek een valse start te maken. Als niet eerst de restauratieachterstand wordt weggewerkt, wordt het BRIM niet meer dan een veredelde onderhoudsregeling”, waarschuwt hij.
De VNG vindt het ook bezwaarlijk dat de nieuwe subsidieregeling van het Rijk los komt te staan van de vergunningverlening door de gemeenten. De monumenteigenaar moet dan zakendoen met de gemeente én met het Rijk. Dat strijdt met de gedachte dat hij bij één loket terecht moet kunnen.
Bovendien loopt de eigenaar het risico dat hij subsidie krijgt voor werkzaamheden die hij van de gemeente als vergunningverlener niet mag uitvoeren, of andersom. Dat is zeer onwenselijk, aldus de VNG. Tussen subsidieverlening en vergunningverlening moet volgens de vereniging een inhoudelijke samenhang blijven bestaan.