„Het is een grote stap voor slachtoffers om naar de politie te gaan en aangifte te doen. Vaak is er sprake van angst voor de pleger, schaamtegevoel en het idee dat de aangifte niets helpt", aldus woordvoerder I. Oosterbaan van de politie Brabant–Noord. Hij wijst erop dat het politie–optreden naar de pleger toe een gunstig effect heeft op het stoppen van huiselijk geweld.

Voor het onderzoek is ook gekeken naar de resultaten in andere politieregio’s zoals Haaglanden, Gelderland–Zuid en Utrecht. „Daar kwamen vergelijkbare onderzoeksresultaten naar voren", aldus Oosterbaan. Toch blijkt er nog het een en ander verbeterd te kunnen worden aan de politieaanpak. Zo willen slachtoffers beter op de hoogte gehouden worden over de vorderingen van de zaak, zo bleek uit het onderzoek.

De aanpak van huiselijk geweld is landelijk een van de speerpunten van het politiebeleid. Vanaf 2003 maken de verschillende korpsen gebruik van de zogeheten ABCDEF–methode (Ask, Believe, Document, Ensure safety, Follow). Door deze aanpak krijgen agenten een veel duidelijker beeld van de situatie van het slachtoffer, waardoor er beter kan worden opgetreden tegen de dader.

Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld in de samenleving. Eenderde van alle geweldsmeldingen die bij de politie binnenkomen gaat over geweld binnen de ’vier muren’ van het huis. Zowel de landelijke overheid als gemeenten, politie, Openbaar Ministerie en hulpverleningsinstanties zijn de laatste jaren bezig met de bestrijding van huiselijk geweld. „Omdat het een privé–aangelegenheid betrof heeft de politie zich hier lange tijd niet mee willen bemoeien", verklaart Oosterbaan, „We werden echter steeds vaker met dit soort geweld geconfronteerd."