Binnenland

Nummer zeventien is het einde

De zon schijnt. De wieken van een enkele windmolen draaien traag hun rondjes. Auto’s razen over de A1 bij Oldenzaal. Zonder snelheid te minderen gaan ze over de onzichtbare lijn die dwars over de snelweg loopt, Duitsland in.

Gerald Harbers
19 July 2005 10:52Gewijzigd op 14 November 2020 02:46
OLDENZAAL – „Nummer zeventien markeert de grens van Nederland en is het einde van ons bezit.” Boer Vincent Bonnes woont tegen de grens aan nabij het Twentse kerkdorp De Lutte. Foto Ruben Meijerink
OLDENZAAL – „Nummer zeventien markeert de grens van Nederland en is het einde van ons bezit.” Boer Vincent Bonnes woont tegen de grens aan nabij het Twentse kerkdorp De Lutte. Foto Ruben Meijerink

Op het uitgestrekte parkeerterrein naast de snelweg in de richting van Enschede staan tientallen vrachtwagens. In de schaduw van een grote truck met Pools kenteken, hanteert een chauffeur de tondeuse. Plukken haar vallen van het hoofd van zijn collega. Ze zijn op weg naar Engeland. „Waarom we hier stoppen? Het is tijd voor pauze. Hier kunnen we prima parkeren, ruimte genoeg.”

Bij de uitrit van het parkeerterrein staan drie loodsen, verlaten. De lucht boven de lichtgroene golfplaten zindert van de hitte. Volgens de beheerder van het openbaar toilet op het terrein -„mijn naam hoeft niet in de krant”- controleert de douane af en toe voertuigen in de gebouwen. Hij wijst naar achteren: „In die grote loods lichten ze vrachtwagens door op verborgen goederen.”

De vijftigjarige Enschedeër trekt nog eens aan zijn sjekkie en weet te vertellen dat deze parkeerplaats Nederlands grondgebied is. „Die aan de andere kant van de snelweg ligt in Duitsland. Hoe dat komt? De grens zal wel toevallig zo lopen.”

De man draait zich om en duwt het peukje uit in een glazen asbak. „Ik ga maar eens een hapje eten”, meldt hij ten teken dat wat hem betreft het gesprek voorbij is.

”Willkommen in Deutschland” staat er op een groot bord aan de Bentheimerweg tussen het Twentse kerkdorp De Lutte en het Duitse Bentheim. Enkele honderden meters verderop wonen Vincent Bonnes en zijn vrouw Melanie op hun boerderij. Nog net in Nederland. Vincent: „De grens is het einde van ons weiland.”

Aan de overzijde van de grens pacht de jonge agrariër enkele hectares grond van een Duitser. Het boeren in twee landen levert volgens Bonnes weinig problemen op. „De wetgeving is wel verschillend, maar voor mij is dat juist een voordeel, omdat er in Duitsland minder regels zijn.”

De Bonnesen steken regelmatig de grens over. Henk, die met zijn vrouw Marietje bij zijn zoon Vincent op het erf woont: „Ongeveer de helft van onze boodschappen doen we in Gildehaus, Duitsland. Vooral landbouwartikelen kopen we daar.”

Door de komst van de euro is dat een stuk makkelijker geworden volgens zijn zoon. „Vroeger moesten we altijd marken en guldens in huis hebben. Nu kunnen we alles met één munt betalen.” Ook spelen de grensbewoners in op de prijsverschillen. „Benzine is in Duitsland vijf cent goedkoper.”

„De prijsverschillen door de BTW bezorgden vroeger het gezin Bonnes extra inkomsten. Henk: „Mijn moeder deed of ze zwanger was en smokkelde dan jenever of koffie naar Duitsland. Dat heeft ze jaren gedaan, ook voor de spanning. Want ze is er ook wel eens zonder artikelen onder haar kleren over de grens gegaan. Puur om de douaniers te plagen. In al die jaren is ze één keer aangehouden en gefouilleerd. „Door een goede bekende. Die liet haar zonder mankeren weer vrij.”

Aan het einde van het land van de boerenfamilie staat de naast het prikkeldraad een betonnen paal, in onduidelijke letter is ”H 1824” te lezen. Vincent: „Dit is nummer zeventien, dat is te zien aan de bovenkant. De volgende is 50 meter verderop. Ze markeren de grens van Nederland en ons bezit.”

In de omgeving van de boerderij zijn zelden grenscontroles meer volgens Vincent. Behalve vandaag. Een marechaussee staat midden op de rijbaan en wijst een voertuig naar de berm. Zijn collega controleert de identiteitspapieren om te kijken of er nog boetes openstaan en of de auto verzekerd is. „We kunnen het niet maken dat iemand een kilometer verderop een ongeluk krijgt en dat dan blijkt dat hij in een onverzekerde auto rondrijdt nadat hij door ons is aangehouden.”

De controles blijken nodig te zijn. Henk: „Een enkele keer loopt er wel eens iemand over ons terrein ongezien Nederland binnen. Waarschijnlijk iemand zonder paspoort. Eén keer heb ik ’s avonds de hond losgelaten. Toen holde een man hard van ons erf en sprong zo over het prikkeldraad, toch ruim een meter hoog.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer