Nederlandse leraren verdienen weinig
Nederlandse leraren staan in het voortgezet onderwijs meer uren per week voor de klas en verdienen minder per uur dan hun collega’s in het buitenland. Dat blijkt uit een vergelijkend onderzoek naar de positie van docenten in een aantal Europese landen, de Verenigde Staten, Australië en Nieuw-Zeeland.
Econoom I. Waterreus aan de Universiteit van Amsterdam verrichtte het onderzoek in opdracht van het Centraal Planbureau. Uit zijn bevindingen blijkt dat Frankrijk en Duitsland geen lerarentekort kennen. Docenten verdienen daar een salaris dat kan concurreren met het loon van hoger opgeleiden in andere sectoren. Maar volgens Waterreus kan de relatief hoge werkloosheid in die landen ook een verklaring zijn.
Nederland kent volgens de onderzoeker relatief veel deeltijd-docenten. Hij stelt voor om het voltijd werken voor leraren attractiever te maken door bijvoorbeeld een bonus of een premie voor overwerk in te voeren. Daarnaast noemt hij het invoeren van bonussen voor academici en minder lesuren voor beginners tegen een volledig salaris als maatregel tegen het lerarentekort.
Een algemene salarisverhoging is volgens Waterreus te duur en niet effectief. Wel denkt hij dat het kan helpen om extra geld uit te trekken voor lerarentekorten in bepaalde regio’s. Volgens de onderzoeker bestaan in Nederland nog geen al dan niet tijdelijke arbeidsmarkttoeslagen voor het aantrekken van leraren in vakken en regio’s met tekorten. Scholen hebben wel de mogelijkheid om beloningsdifferentiatie toe te passen, maar ontberen daarvoor ruimte in hun budget, stelt Waterreus.
Volgens de onderzoeker zou extra geld hogere huren of zwaarder werk in bijvoorbeeld achterstandswijken in grote steden kunnen compenseren. Waterreus benadrukt echter dat dan wel gekeken moet worden of het niet zinniger is om dat geld te gebruiken voor de aanstelling van kwalitatief betere docenten. Nu wordt extra geld vaak gebruikt voor klassenverkleining.