Marine showt weer met paradepaardjes
Kanonschoten bulderen als een van de paradepaardjes van de Nederlandse marine, de ”Zeven Provinciën”, de haven van Den Helder binnenvaart. De kolos -die de hoogte van een flat heeft- trekt veel belangstelling. Ook het weer zit mee, zodat op deze eerste dag van de Nationale Vlootdagen in totaal zo’n 35.000 bezoekers op het evenement afkomen.
Voor elk wat wils, lijkt de slogan van de Koninklijke Marine bij de vlootdagen in Den Helder, die vrijdag begonnen en tot morgen duren. Er is van alles te zien en te doen, voor jong en oud. Het thema dit jaar is het ambtsjubileum van koningin Beatrix en haar relatie met de marine. De vlootdagen worden echter niet vereerd met een bezoek van een lid van het Koninklijk Huis, aldus een woordvoerster.
Parachutisten van het Korps Mariniers hebben daar geen boodschap aan, maar maken voor de ogen van duizenden bezoekers een spectaculaire landing. De kustwacht schiet te hulp met een reddingsboot en een marinehelikopter. Het gevaar van piraten is de kop ingedrukt.
Er zijn veel marinevaartuigen te zien. Zelfs de buurlanden België, Engeland en Duitsland zijn van partij met een oorlogsschip. Zo ligt in de grote marinehaven het Duitse fregat ”Brandenburg”. Er staat een hele rij te wachten om de ingewanden van het schip te bezoeken. Een Duitser grapt dat „vrouwen en kinderen eerst naar binnen moeten.” Hij komt al dertig jaar in Julianadorp op vakantie en vindt het geweldig dat hij nu ook de vlootdagen kan bezoeken. Een jochie van een jaar of negen loopt stoer met helm en geweer rond. Wil hij later in het leger? Nee, dat toch niet. Vanaf het bovendek van het Duitse marineschip kijken veel belangstellenden naar de ”Zeven Provinciën”. Dat verdedigings- en commandofregat komt net de haven binnenvaren.
Volgens Matthijs Prosman uit Rhenen moet het voor een christen best mogelijk zijn om bij defensie te werken. „Moslims kunnen er ook werken, en die bidden ook. Dan zal er voor christenen waarschijnlijk ook wel ruimte zijn. Het zal best per afdeling of per schip verschillen.”
Jantine van Laar, die uit dezelfde plaats als Matthijs komt, zou best bij defensie willen werken, maar dan alleen samen met een bekende. „Ik zou me nooit zomaar aanmelden.” Het clubje jongelui komt puur uit belangstelling naar de vlootdagen. „We zijn ook al bij open dagen van de lucht- en de landmacht geweest.”
’s Middags zijn er nog diverse demonstraties. De Marine Luchtvaartdienst laat met een Westland Lynx zien hoe een drenkeling uit het water kan worden opgepikt. Via grote luidsprekers wordt aangegeven welke reddingsmethoden de helikopter kan inzetten.
De marine showt ook een aantal onderzeeërs die opengesteld zijn voor het publiek. Luitenant ter zee 2e klasse Wouter Smit geeft een rondleiding in de Hr. Ms. ”Dolfijn”. „Deze onderzeeboot kan meer dan 200 meter diep, maar vaak varen we met alleen de radar en de snorkel boven water. De boot vaart op een batterij, die opgeladen moet worden met een motor.”
Recent kwam in het nieuws dat er bekeken zou worden waarom vrouwen nog steeds buiten de bemanning van de onderzeeër worden gehouden. Volgens Smit blijft de ”Dolfijn” alleen voor mannelijke mariniers: „Minister Peys is een keer met ons meegegaan. Ze kwam tot de conclusie dat het inderdaad niet geschikt is om vrouwen mee te nemen. Er is hier geen plaats voor gescheiden slaap- en doucheruimten.” De luitenant heeft geen woord te veel gezegd: de verblijven zijn echt heel krap.
In het manschappenverblijf, waar twintig matrozen kunnen slapen, is zelfs geen ruimte om een poster op te hangen. Op een andere plek in de Dolfijn blijkt dat wel mogelijk. Een schaars geklede vrouw kijkt de bezoekers aan. Een vrouw van middelbare leeftijd: „Het is erg leuk in deze onderzeeër. Toch niet aan denken dat ik mee zou moeten.”