Twijfels over veroordeling in Deventer moordzaak
De hoogleraren P. Tak (strafprocesrecht) en P. van Koppen (rechtspsychologie) hebben sterke twijfels omtrent de juistheid van de veroordeling van de 48-jarige E. L.
Het gerechtshof in Arnhem veroordeelde hem in december 2000 tot twaalf jaar cel wegens de moord op de 60-jarige weduwe J. Wittenberg. Zij werd in september 1999 in haar woning in Deventer doodgestoken.
De beide professoren uitten hun twijfels woensdagavond in het tv-programma Netwerk. Van Koppen meent dat de politie heeft gerechercheerd vanuit een „tunnelvisie”: zij heeft getracht de verdachte te koppelen aan het misdrijf, waardoor alternatieve scenario’s naar de achtergrond zijn verdrongen.
Tak zegt dat er rond de belangrijkste bewijsmiddelen vraagtekens zijn gerezen. Een onafhankelijk expertisebureau verrichtte na de Arnhemse veroordeling onderzoek naar de zaak en kwam tot de conclusie dat het bewijs niet of nauwelijks houdbaar is.
De veroordeelde, fiscaal jurist van beroep, was destijds executeur-testamentair van het vermogende slachtoffer. Uit onderzoek naar gsm-verkeer concludeerde de politie dat hij vlak voor de moord telefonisch contact heeft gehad met de weduwe Wittenberg, terwijl hij zich in de directe nabijheid van haar woning bevond. L. heeft dit laatste altijd ontkend. Hij zou zich circa 25 kilometer verderop in zijn auto hebben bevonden. Uit het nieuwe onderzoek zou blijken dat L.’s verklaring heel goed zou kunnen kloppen.
Op een kort na de moord elders in Deventer gevonden mes ontdekte een politiehond de lichaamsgeur van L. Ook dit was een van de cruciale bewijsmiddelen voor het hof. Hoogleraar Van Koppen betwist de geldigheid van deze geurproef. De politie vond een bloedafdruk van het moordmes op de blouse van het slachtoffer. Qua vorm wijkt deze afdruk sterk af van het gevonden mes dat door politie en justitie voor het moordwapen is gehouden.
De rechtbank in Zwolle sprak L. destijds wegens gebrek aan bewijs vrij. Het openbaar ministerie ging daartegen in beroep. Op basis van exact hetzelfde dossier kwam het hof in Arnhem wel tot een bewezenverklaring. Saillant detail is dat datzelfde Arnhemse hof onlangs terecht werd gewezen in de roemruchte Puttense moordzaak. Een veroordeling van het hof werd op last van de Hoge Raad herzien door het hof in Leeuwarden, waar de rechters uiteindelijk tot vrijspraak kwamen.
Ook L. heeft herziening bij de Hoge Raad aangevraagd. Dinsdag adviseert de procureur-generaal dit hoogste rechtscollege over de vraag of ook de Deventer moordzaak opnieuw naar de rechter moet.