Hartdood bij jongeren genetisch bepaald
Mensen die op hun 40e of daarvoor plotseling overlijden aan een hartstilstand hebben vaak een genetische afwijking.
Dat blijkt uit een onderzoek van cardiologen van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam dat dinsdag is gepubliceerd in het tijdschrift Circulation van de American Heart Association.
Een onderzoeksgroep onder leiding van hoogleraar cardiologie A. Wilde onderzocht 333 eerstelijns- (ouders, broers of zussen) en tweedelijnsverwanten (tantes, ooms, neven of nichten) uit 43 families waarin iemand van 40 jaar of jonger aan een hartstilstand is overleden. In 40 procent van die families was sprake van een erfelijke afwijking die het risico op ritmestoornissen vergroot, zo blijkt uit het door de Nederlandse Hartstichting mogelijk gemaakte onderzoek.
Prof. Wilde en zijn collega dr. A. Tan benadrukken dat het belangrijk is dat vooral eerstelijnsfamilieleden van jonge hartdoden zich laten onderzoeken. Het gebeurt vaak dat als iemand thuis in bed plotseling sterft, er een huisarts langskomt en de familie verder niets onderneemt, stelt Wilde. Aangezien plotselinge hartdood zich niet aankondigt met minder ernstige symptomen, pleiten Wilde en Tan voor preventieve behandeling met medicatie of implantatie van een defibrillator bij personen voor wie dat nodig is. De levensverwachting voor mensen die worden behandeld is dan normaal.
Uiterst zeldzaam
Hartritmestoornissen komen veel voor. De meeste afwijkingen zijn echter goedaardig en, voorzover bekend, niet erfelijk. Een gevaarlijke ritmestoornis is het zogenaamde kamerfibrilleren. Daarbij raken de spieren van de hartkamers van waaruit het bloed door het lichaam wordt gepompt, in een trilling en trekken ze niet meer samen. De bloedcirculatie komt daardoor tot stilstand, een levensbedreigende situatie als niet snel wordt ingegrepen. Een geïmplanteerde defibrillator kan door middel van een automatisch af te geven stroomstoot in dat geval direct zorgen voor herstel van het normale hartritme.
Plotselinge hartdood bij jongvolwassenen is uiterst zeldzaam, vertelt Wilde. Jaarlijks sterven in Nederland ongeveer 16.000 mensen plotseling door een hartstilstand, maar in verreweg de meeste gevallen gebeurt dit bij ouderen.
De onderzoeksgroep van Wilde kreeg onlangs van de Fondation Leducq een beurs om plotselinge hartdood bij ouderen te onderzoeken. Aan dit onderzoek werken ook wetenschappers van de Johns Hopkins University in Baltimore, de Vanderbilt University in Nashville, de University of Miami en de Université de Nantes.