Ontucht met oppas: werkstraf geëist
Voor de rechtbank in Utrecht is maandag tegen de 41-jarige J. van D. uit Bunschoten 120 uur werkstraf geëist wegens ontucht met zijn oppas.
De babysitter deed in het najaar van 2002 aangifte tegen de verdachte. Volgens de vrouw was ze in 1999, op 16-jarige leeftijd, door de Bunschoter voor de eerste keer onzedelijk betast. In de periode tot juni 2002 zou dit nog enkele malen zijn gebeurd.
Officier van justitie mr. M. Somsen vond de gedetailleerde verklaringen van de oppas geloofwaardig. Volgens de vrouw bleef ze ondanks de handtastelijkheden in de woning komen, omdat ze niet wist hoe ze haar ouders en de echtgenote van de verdachte had moeten uitleggen waarom ze plotseling met babysitten stopte.
Advocaat mr. C. Jonkers was het niet met de officier van justitie eens. Volgens hem had de oppas tal van redenen kunnen verzinnen om te verklaren waarom ze niet meer kwam. Het bevreemdde de raadsman bovendien dat het meisje op haar eigen verzoek, in het kader van haar opleiding, vijf weken stage had gelopen in het gezin van de verdachte.
De advocaat vond dat de vordering van de oppas tot schadevergoeding moest worden afgewezen. De vrouw eist 6000 euro smartengeld van de Bunschoter.
De rechter doet op 25 juli uitspraak.