„School kan vorming leerlingen sturen”
Scholen kunnen een veel grotere bijdrage leveren aan de sociale vorming van hun leerlingen door beter samen te werken met ouders of door invloed uit te oefenen op de samenstelling van groepen scholieren die met elkaar omgaan.
Dat blijkt uit een onderzoek van de Onderwijsraad, dat dit weekend naar buiten kwam. Het onderzoek richt zich op de sociale vorming en netwerken in het onderwijs.
Het onderzoek van de raad heeft betrekking op de twee hoogste klassen van het basisonderwijs en op alle leerlingen in het voortgezet en het middelbaar beroepsonderwijs.
De Onderwijsraad stelt voor dat alle scholen contact met de ouders van hun leerlingen moeten opnemen en dat structureel moeten onderhouden. „Dat betekent dat een school altijd een eerste gesprek met ouders en leerling zou moeten voeren, zo mogelijk tijdens een huisbezoek”, aldus de raad. „Vervolgens zou de school jaarlijks een vervolggesprek kunnen initiëren.”
Ook kunnen scholen volgens de raad meer sturing geven aan de vorming van groepen bevriende leerlingen die elkaar dan weer op een positieve manier kunnen beïnvloeden. „Scholen kunnen bewuster omgaan met het indelen van groepen”, aldus het adviesorgaan. „Dat kan bijvoorbeeld door groepen jongeren met een verschillende etnische of sociale achtergrond bij elkaar in de klas of werkgroep te plaatsen of door ontmoetingsmomenten te organiseren.”
Als voorbeeld voor door scholen gestuurde groepsvorming haalt de Onderwijsraad een Brits systeem aan waarbij leerlingen uit verschillende klassen en met diverse achtergronden door de school in groepen, zogenoemde huizen, worden ingedeeld. „Elk huis heeft een eigen naam en logo en wil beter zijn dan de andere huizen”, aldus de raad. „Door met elkaar de competitie aan te gaan op het gebied van bijvoorbeeld sport en cultuur, kunnen jongeren punten voor hun huis verdienen. Het huis met de meeste punten ontvangt aan het eind van het schooljaar een prijs.”