Ze hebben geen recht op een versneld oordeel van de Raad voor de Kinderbescherming, waarmee ze de voorlopige adoptie wilden bevestigen.

Volgens de rechtbank hebben de pleegouders geen belang bij een vonnis zolang ze nog in afwachting zijn van een uitspraak in een andere zaak die ze zelf hebben aangespannen. Het koppel uit Leusden had eerder aan de Nederlandse rechtbank gevraagd de Belgische draagmoeder uit de ouderlijke macht te ontzetten. De pleegouders kunnen Donna in elk geval houden tot de uitspraak in die zaak, redeneert de rechtbank in Utrecht.

Hun advocate, M. Schoots, ziet een lichtpuntje in het vonnis. Het juridisch getouwtrek komt daarmee voorlopig in Nederland te liggen, denkt ze. „Zolang de rechtbank het verzoek in behandeling heeft, mag de Belgische rechter niet beslissen over de toekomst van baby Donna”, aldus Schoots woensdag.

De meningen daarover zijn echter verdeeld. Bij baby Donna doet zich het unieke geval voor dat de voorlopige voogdij in Nederland is geregeld, terwijl het kindje volgens een uitspraak van de Belgische rechtbank vorige week onder toezicht staat van een Belgische instelling. „De rechter heeft bepaald dat ondertoezichtstelling iets anders is dan voorlopige voogdij”, verduidelijkte een woordvoerder van de rechtbank in Utrecht woensdag. Het is echter onduidelijk wat er moet gebeuren als de Belgische instelling een ander besluit zou nemen over Donna.

Het getouwtrek om het vier maanden oude kind begon bij bekendmaking dat de Belgische draagmoeder het kind had verkocht aan een Nederlands echtpaar uit Leusden. De vrouw had de baby echter aanvankelijk aan een Belgisch stel beloofd. Boven op deze juridische strijd woedt een strafrechtelijk onderzoek van de Belgische justitie. Deze vermoedt dat baby Donna tegen geld is verhandeld, wat verboden is volgens de wetten van de zuiderburen.

Het Belgische stel dat met de Nederlands pleegouders touwtrekt om baby Donna, heeft bij de politie ondertussen een strafklacht ingediend wegens ontvoering en verwaarlozing. De klacht is zowel gericht tegen het Nederlandse stel als de Belgische draagmoeder die de baby heeft afgestaan. De klacht leidt niet direct tot politie-ingrijpen, zoals bijvoorbeeld uitlevering. „Eerst moet duidelijk worden wie de vader is van baby Donna. Mogelijk dat het Nederlandse paar dan wel moet meewerken aan DNA-onderzoek”, aldus de advocaat.

Het Belgische stel wil via de strafklacht beter betrokken worden bij de zaak. „De wensmoeder Geertrui Praet moet nu alles in de krant lezen”, zegt de advocaat. „Zelfs de rechtbank die vrijdag uitspraak deed over de ondertoezichtstelling, wil haar geen informatie geven omdat ze formeel-juridisch geen partij is”.