Nog even respijt voor bedreigde imams
De twee imams van de al -Furqaanmoskee in Eindhoven die medio juni illegaal werden verklaard, kunnen nog in Nederland blijven. De rechter in Amsterdam kon vrijdag tijdens een spoedprocedure nog niet aangeven of het uitzettingsbesluit van minister Verdonk (Vreemdelingenzaken) kans van slagen heeft.
Anders dan Verdonk de imams eerder liet weten, mogen beiden de uitkomst van de procedure in Nederland afwachten. Het voorlopig oordeel van de rechter is naar verwachting binnen twee weken bekend.
Tijdens de zitting bleek dat de beschikking van Verdonk ten aanzien van een van de imams, de Keniaan M. Mahmoed, is gewijzigd. Omdat hij is getrouwd met een Zweedse valt hij onder het Europees verblijfsrecht. De Staat wil daarom eerst uitzoeken hoe dat zich verhoudt tegenover het Nederlands verblijfsrecht. Om die reden is het intrekken van zijn verblijfsvergunning opgeschort.
De al-Furqaanmoskee, waar beide imams voorgaan, hangt de salafistische geloofsleer aan, die terugkeer beoogt naar de begintijd van de ’zuivere’ islam. Imams in dergelijke moskeeën creëren een „klimaat van onverdraagzaamheid waarin jongeren ontvankelijk kunnen worden voor radicalisering en zelfs rekrutering voor de jihad”, aldus de AIVD in zijn laatste jaarverslag.
Het vorig jaar door het ministerie van Binnenlandse Zaken uitgebrachte rapport ”Saoedische invloeden in Nederland” meldt dat binnen salafistische moskeeën in ons land „lange tijd sprake was van een expliciete en ongeremde verspreiding van radicale, extreem isolationistische opvattingen.” In preken werden „seculieren, socialisten of democraten met bondgenoten van satan gelijkgesteld.”
Minister Remkes (Binnenlandse Zaken) schreef de Tweede Kamer in 2003 het zeer wel mogelijk te achten dat internationale bijeenkomsten in de moskee zijn bezocht door mensen die betrokken zijn bij islamitisch-terroristische netwerken. Voor de conclusie dat het bijwonen van gebedsdiensten in de moskee leidt tot directe betrokkenheid bij gewelddadige jihad was volgens de bewindsman echter onvoldoende grond.